Dat we soms hulp nodig hebben bij het bepalen van de juiste voeding willen we vaak nog wel toegeven. Maar als het om trainen gaat dan weten we het allemaal wel. Of toch niet?
Inhoudsopgave
‘Mijn training is top!”
Wekelijks spreek ik mensen die op zoek zijn naar begeleiding omdat ze meer spiermassa willen opbouwen en/of vet willen verliezen. Dat is tenslotte waar ik je mee kan helpen. Voordat ik met iemand in zee ga, vraag ik altijd waar de persoon hulp mee nodig heeft. Het antwoord luidt altijd hetzelfde: “Trainen gaat goed en doe ik hard, maar ik heb hulp nodig met m’n voeding”. Nog nooit, ik herhaal; nog nooit, is er iemand geweest die heeft aangegeven hulp nodig te hebben met z’n trainingsschema. Wat ik op z’n minst opmerkelijk vind. Een juist trainingsschema programmeren is namelijk niet eenvoudig.
Sterker nog, een passend voedingsschema opstellen vind ik makkelijker.
Het belang van een goed trainingsschema
80% voeding en 20% trainen?
Nee.
33% voeding, 33% training, en 33% herstel.
Als het aankomt op spieropbouw, is alles even belangrijk. Zonder de juiste trainingsprikkel is er geen potentie tot spieropbouw. Je moet je spieren een reden geven om te groeien.
Als je voeding niet op orde is, zijn de bouwstoffen niet aanwezig. Je kan geen huis bouwen zonder stenen.
Neem je onvoldoende rust, ook dan zal je niet groeien. Om een huis te kunnen bouwen moet je de nodige tijd vrijmaken.
Een andere vergelijking is die met de branddriehoek: brandstof, zuurstof en temperatuur. Valt één van de drie factoren weg dan is er ook geen vuur mogelijk.
Hebben we het over vetverlies dan is voeding belangrijker dan training; “you can’t outtrain a bad diet”. Ook als je doel vetverlies is en je hanteert een ontoereikend trainingsschema dan is de kans op spierverlies ook groter.
Hoeveel weet je eigenlijk echt van je trainingen?
Als iemand zegt dat z’n trainingsschema op orde is vraag ik door om te kijken hoe het precies in elkaar steekt. Vaak krijg ik dan een antwoord in de trant van: “Maandag doe ik die en die spiergroep, dinsdag die en die…” etc. Oke, heel goed dat je een vorm van structuur hebt, maar weet je ook:
- Met hoeveel directe en indirecte sets je elke spiergroep prikkelt zodat je kan achterhalen of je schema gebalanceerd is?
- Waarom je ervoor gekozen hebt om een spiergroep x keer per week te trainen?
- Of je wel alle belangrijke spierfuncties traint met je schema?
- Wanneer je het gewicht verhoogt? Heb je een duidelijk punt of doe je dit op gevoel?
- Wanneer besluit je om minder gewicht te pakken, en waarom?
- Pas je een vorm van periodisering toe en zo ja, waarom?
En het belangrijkste:
- Hoe meet je je progressie? Op welke variabelen meet je en waarom op die, sluit het aan op je doel waarvoor je traint?
Trainen is bewegen met een doel
Sporten zonder duidelijk schema is bewegen. Ik wilde niet iemand zijn die al jaren traint, maar er nog hetzelfde uitziet. Zonde van je tijd en energie als je het mij vraagt. Als je naar de sportschool gaat voor je dagelijkse beweging is dat natuurlijk oké, maar dat was niet waarom ik daar te vinden was. Train je zonder schema, prima, maar verwacht dan ook geen top resultaat.
Trainen is een middel om een doelstelling te bereiken. Trainen doe je op een systematische manier. Als je iets wilt bereiken moet je weten of je dichterbij komt of juist verder van je doel afdwaalt. Als je dat al niet weet, weet je ook niet wanneer je iets moet aanpassen om progressie te blijven boeken. Laat staan dat je weet wat je moet veranderen. Daarom is het van essentieel belang dat je antwoord kan geven op bovenstaande vragen en je vorderingen bijhoudt.
Trainen staat niet gelijk aan slopen
Misschien ken je ze wel, of herken je jezelf erin….
De mensen die elke training tot het gaatje gaan. Elke set uitvoeren tot of zelfs voorbij falen. Van die sets waarbij de spotter uiteindelijk meer doet dan de persoon die eigenlijk het werk zou moeten verrichten.
Dat is geen trainen, dat is slopen.
Tuurlijk, je moet jezelf pushen tijdens het trainen. Een set uitvoeren en ondertussen praten over het weer is verre van voldoende inzet. Punt dat ik wil maken is dat je je trainingen wilt doseren.
Vergelijk het met timmeren. Je kan ervoor kiezen om in 3 klappen de spijker in het hout te rammen waarbij de spijker 2 keer buigt. Of je geeft 10 gecontroleerde tikken waardoor de spijker onbeschadigd blijft. Eindresultaat is dat in beide gevallen de spijker erin zit, en je in beide gevallen er net zo lang over hebt gedaan. Bij het harde slaan moest je de spijker tenslotte weer rechtbuigen. Bij het gecontroleerd te werk gaan is de spijker keurig recht gebleven (er zijn geen blessures opgetreden).
Welke optie geniet jouw voorkeur…
Stop met bewegen, start met trainen.
Aan jou de vraag: train of beweeg jij?