Opdrukken of push ups zijn sinds mensenheugenis een enorm bekende oefening. De oefening kun je overal en altijd uitvoeren, ook zonder sportscholen. Maar wist je dat het aantal push ups die je kunt doen een indicatie is voor jouw mogelijke hartproblemen?Mannen van middelbare leeftijd die meer dan 40 push ups kunnen doen, hebben een 96% lagere kans op hartziekten. Dat is de uitkomst van een onderzoek van Harvard.
Push ups en hartziekten?
Mijn vader overleed op 45-jarige leeftijd aan hartklachten. Ik heb er dus altijd rekening mee gehouden dat ik een hogere kans heb op hartziekten. Het jaar dat ik 40 werd, voelde die symbolische leeftijd van 45 opeens erg dichtbij.
Dat jaar was ik echter in Las Vegas voor de Mr. Olympia en op de beurs daar deed ik mee aan een wedstrijdje opdrukken. Ik perste er 83 push ups uit in een minuut. Zonder die tijdslimiet deed ik er een jaar eerder 100 push ups voor een actie. Dat lijkt nogal off topic stoer doen als je over hartziekten begint. Volgens een nieuwe studie van Harvard echter, mag ik hieruit concluderen dat ik me iets minder zorgen hoef te maken er over drie jaar niet meer te zijn.
Push ups als betere indicatie voor kans op hartziekten
Volgens het onderzoek hebben mannen van middelbare leeftijd die zich meer dan 40 keer kunnen opdrukken namelijk een 96% lagere kans op hartziekten dan mannen die minder dan 10 push ups kunnen doen [1]. Bovendien blijkt het aantal push ups dat je kunt doen een betere indicatie voor je risico op hartziekten dan prestaties op een loopband. Gezien ik niet bepaald ’s werelds grootste fan van cardio ben, verwelkom ik dat nieuws ook met open armen.
Onze bevindingen tonen aan dat het vermogen om push ups te doen een makkelijke en gratis methode is om het risico op hartziekten in te schatten, in vrijwel iedere setting. Verassend genoeg bleek het vermogen om push ups te doen een sterker verband te hebben met de gezondheid van het hart en de longen dan de uitkomst van een submaximaal test op de loopband.
Dr Justin Yang, Harvard TH Chan School of Public Health
Cardiorespiratory fitness
Cardiorespiratory fitness (volgens mij geen Nederlands woord voor) is het vermogen van het hart en de longen om de spieren te voorzien van zuurstof. Volgens de onderzoeker is er steeds meer bewijs dat deze objectief vastgestelde cardiorespiratory fitness een belangrijke indicator is voor het risico op hartziekten. De wetenschap zou hier echter onvoldoende aandacht aan geschonken hebben volgens de onderzoekers van Harvard. De meest gebruikelijke evaluatie van de fysieke gesteldheid is de door de patiënt zelf gegeven omschrijving van diens gezondheid en lifestyle aan de hand van vragenlijsten.
De senior auteur van de studie van Harvard, Professor Stefanos Kales, legt echter uit dat dit geen goede indicatie is. Objectief vastgestelde cardiorespiratory fitness blijkt vaak namelijk lager die gebaseerd op de door de patiënt omschreven fysieke activiteit.
Wanneer dit wel objectief wordt vastgesteld dan is dit vaak aan de hand van bijvoorbeeld testen op een loopband waarbij de tolerantie voor training (uithoudingsvermogen) gemeten wordt. Er is ook een negatief verband aangetoond tussen deze tolerantie en de kans op hartziekten, dus als meetmiddel is het nuttig. Dit soort onderzoeken zijn echter duur en nemen veel tijd in beslag. Bovendien vereisen ze vaak professionele faciliteiten en getraind personeel om de test uit te voeren. Hierdoor worden ze dan ook beperkt uitgevoerd met specifieke groepen patiënten.
Push ups dé graadmeter voor jouw gezondheid
Niemand had onderzocht of die simpele push up misschien een makkelijker en goedkoper alternatief kon bieden als test. De onderzoekers van Harvard deden dit dus wel. Ze vergeleken de uitkomsten met die van een submaximaal test op de loopband uitgevoerd door dezelfde mensen.
Hiervoor gebruikten ze de data van 1.104 brandweermannen in de staat Indiana. De mannen waren gemiddeld net iets jonger dan 40 jaar (21 tot 66 jaar) en hadden een gemiddeld BMI van 28,7. Hoewel de mannen wat hun BMI betreft dus gemiddeld overgewicht hadden, kwamen ze wel uit een actieve doelgroep.
De data was vergaard in de periode 2000-2010. Aan de start en tijdens periodieke testen werden het vermogen om push ups te doen en de prestaties op de loopband gemeten. De mannen werden 10 jaar gevolgd.
In die tien jaar kregen 37 van de 1.104 brandweer mannen te maken met hartklachten. Slechts één daarvan was in staat om meer dan 40 push ups te doen tijdens de test bij aanvang van het onderzoek. Deelnemers die meer dan 11 push ups konden doen, hadden ook al een lagere kans te behoren tot de mannen met hartklachten.
Referenties
- jamanetwork.com/journals/jamanetworkopen/fullarticle/2724778
