Nationale richtlijnen voor gezonde voeding zijn een standaard advies. Mensen zijn echter niet standaard. Op basis van onze genen kunnen verschillende mensen verschillend reageren op een dieet. Een gegeven dat nog maar eens wordt bevestigd door Texaans onderzoekers.
DNA en dieet
Ik schreef niet al te lang geleden over het ‘DNA dieet’, een dieet dat is aangepast op jouw specifieke genen. ‘Toekomst muziek’ noemde ik het, ondanks het feit dat diverse aanbieders nu al bereid zijn een paar honderd euro aan te nemen om jouw gepersonaliseerde voedingsbehoefte vast te stellen. Voor een uitgebreidere uitleg over de persoonlijke, genetisch bepaalde, reactie op een dieet verwijs ik graag naar dat eerdere artikel over Nutrigenetics. Voor nu volsta ik met de opmerking dat we nog meer inzicht moeten verkrijgen in de verschillende genen en hun effect om dit volledig en praktisch te kunnen benutten.
Dat neemt echter niet weg dat deze benadering uiteindelijk zeer waardevol kan blijken. Naast de eerder behandelde onderzoeken blijkt dit nu ook weer uit een onderzoek van Texas A&M College of Medicine [1].
Omdat bekend is dat mensen heel verschillend kunnen reageren op verschillende diëten wilden de onderzoekers de invloed van genetica bekijken. Hiervoor gebruikten ze vier verschillende soorten muizen. De muizen in dezelfde groep waren genetisch vrijwel gelijk. Tussen de groepen waren de verschillen echter vergelijkbaar met het verschil tussen twee niet-verwante mensen.
De vier groepen muizen werden op vijf verschillende diëten geplaatst die zoveel mogelijk moesten lijken op verschillende diëten van mensen:
- ‘Amerikaans dieet’.
- Mediterraan dieet
- Japans dieet
- Ketogeen dieet
- Controle dieet (standaard commercieel voer)
De onderzoekers waren vooral geïnteresseerd op het effect van de verschillende diëten op aanwijzingen voor metabool syndroom, een verzameling van aan overgewicht gerelateerde klachten (o.a. vette lever, hoog bloedsuiker, hoge bloeddruk en cholesterol). Ook werd bijgehouden hoeveel de muizen zich bewogen en hoeveel ze aten.
De ‘gezondere’ diëten (2 en 3) bleken in de meeste gevallen gunstig. Eén van de vier genetische types ondervond echter nadeel van het Japanse dieet (o.a. rijst en groene thee extract). Er bouwde onder andere vet op in de lever die ook schade vertoonde.
Een voorbeeld van het Ketogeen dieet is het Atkins dieet. Hoog in vetten en eiwitten en zeer laag in koolhydraten. Ook op dit dieet werd verschillend gereageerd. In twee genetische typen werkte het goed terwijl het in de andere twee typen zeer slecht werkte. Eén groep werd obese, met vet opbouw in de lever en een hoog totaal cholesterol. De andere groep had een afname in activiteit en meer lichaamsvet, maar behield nog wel een normaal gewicht.
This equates to what we call ‘skinny-fat’ in humans, in which someone looks to be a healthy weight but actually has a high percentage of body fat.
Het Amerikaanse dieet (hoog in vetten en geraffineerde suikers) deed het, zoals verwacht, in geen van de groepen goed. Twee genetische typen werden zeer obese en hadden ook andere tekenen van metabool syndroom. Eén groep echter toonde nauwelijks negatieve effecten met uitzondering van een kleine verhoging van vet in de lever. Dat kan je vergelijken met de mazzelaars onder ons.
Het Mediterrane dieet tot slot (in dit geval meer tarwe, maar ook rode wijn extract) leverde ook verschillende resultaten op. Twee groepen bleven gezond terwijl in de andere groepen het gewicht wel toenam (maar in mindere mate dan bij het Amerikaanse dieet).
Het team van onderzoekers zal in de toekomst dieper induiken op de rol van specifieke genen in de reactie op verschillende soorten voeding. Eens hopen ze een genetische test te kunnen ontwikkelen die inzicht biedt in het beste persoonlijke dieet op basis van de genetische eigenschappen. Zoals aangegeven in de inleiding zijn er nu dus al bedrijven die menen dat ze deze dienst kunnen leveren.
De onderzoekers uit Texas houden er rekening mee dat geografische verschillen ook een invloed kunnen hebben door de mate waarin eerdere generaties aan bepaalde voeding bloot zijn besteld. Hoe groot deze eventuele invloed is en hoe deze zich verhoudt tot een ‘genetische voorkeur’ is echter onduidelijk.
Referenties
- William T. Barrington, Phillip Wulfridge, Ann E. Wells, Carolina Mantilla Rojas, Selene Y. F. Howe, Amie Perry, Kunjie Hua, Michael A. Pellizzon, Kasper D. Hansen, Brynn H. Voy, Brian J. Bennett, Daniel Pomp, Andrew P. Feinberg, David W. Threadgill. Improving Metabolic Health Through Precision Dietetics in Mice. Genetics, 2017; genetics.300536.2017 DOI: 10.1534/genetics.117.300536