Melk zou volgens sommige onderzoeken de kans op diabetes verhogen. De betrouwbaarheid van deze onderzoeken is echter betwistbaar gezien de commerciële belangen van de auteurs.
In deel I “Melk en de invloed op spiergroei en afvallen” ging ik in op de algemene eigenschappen en voordelen van melk met betrekking tot spiergroei en afvallen. Hiernaast schreef ik over bepaalde groepen mensen die geen melk kunnen verdragen en de fysiologische oorzaken hiervan. In dit tweede deel ga ik in op mogelijke gevaren van melk voor de gezondheid op langere termijn. Je zal in dit stuk vaker termen als “mogelijk” en “vermeend” etc. horen omdat de meningen sterk verschillen en onderzoeken diverse resultaten tonen.
Onderzoek Nieuw-Zeeland: “Meer gedronken melk, meer gevallen diabetes type I”
De meeste vermeende gevaren voor de gezondheid veroorzaakt door melk hebben te maken met het effect van melk op insuline. Het kan dan ook handig zijn eerst het stuk te lezen dat ik daarom oenige tijd terug schreef over koolhydraten en de functie van insuline.
De geluiden over de gevaren van de meeste typen melk komen vooral uit Australië en Nieuw-Zeeland. Een eerste aanzet was een verslag dat in 1992 verscheen na een symposium in Parijs een jaar eerder [1]. In dit verslag stond de ontdekking beschreven dat kinderen op de Polynesische eilanden zoals West Samoa veel minder vaak diabetes type I hadden dan Polynesische kinderen in Auckland (grootste stad in New Zeeland). In de kinderen met diabetes type I vonden ze meer antilichamen van melk bovendien kwamen de verschillen in aantallen gevallen met diabetes tussen de eilanden en Auckland overeen met het verschil in hoeveelheid geconsumeerde melk.
Daarmee is echter niet alles gezegd. Wat betreft de invloed van melk op diabetes verschillen zoals gezegd de meningen.
Onderzoek Boston 2002: “Inname van zuivel verlaagt kans op insulineresistentie”
Een grootschalig Amerikaans onderzoek gedaan aan de Harvard University naar de invloed van melk op insuline resistentie (vaak een voorloper van diabetes en oorzaak van overgewicht) had als conclusie dat de inname van zuivel de kans op insuline resistentie en alle symptomen daarvan juist verlaagt[2]. Zo stelden ze onder andere als conclusie dat iedere dagelijkse consumptie van zuivel de kans op IRS (Insuline Resistentie Syndroom) met 21% verlaagt .
Increased dairy intake, regular or reduced fat, was significantly associated with a lower incidence of IRS and each of its components (obesity, hypertension, abnormal glucose and dyslipidemia) among individuals who were overweight (BMI ³25 kg/m2) at baseline. Ten-year incidence of IRS was lower by more than two-thirds among overweight participants in the highest category of dairy intake compared to the lowest category. The associations were dose-dependent. Each daily occasion of dairy consumption was associated with a 21% lower odds of IRS (odds ratio = 0.79).
-M.A. Pereira, Children’s Hospital Boston, Harvard
Het ging hier over zuivel in de brede zin terwijl het in Nieuw Zeeland specifiek over melk ging. Bovendien keken de Amerikanen naar insuline resistentie en niet naar gevallen waarin reeds sprake was van diabetes (type I). Toch is het opvallend dat de conclusie hier dus het tegenovergestelde is: Hoe meer zuivel, hoe lager de kans op insulineresistentie. Dit gold echter alleen voor mensen met overgewicht. In slanke mensen vonden ze geen verband.
Hieronder zie je de kans op insulineresistentie tegenover het aantal keren dat wekelijks melk wordt gedronken of andere zuivelproducten worden gegeten/gedronken. Bij grotere hoeveelheden zie je inderdaad dat de kans steeds meer afneemt. De grafiek toont echter ook dat 10 tot 16 keer per week zuivel nuttigen (zeg maar 1,5 tot 2 keer per dag) een 15% grotere kans op IRS biedt dan 0 tot 10 keer per week (0 tot 1,5 keer per dag). Dat verschil lijkt echter niet statistisch significant. Anders zou je denken dat je of helemaal geen zuivel moet nuttigen óf minstens twee keer per dag (maar niet een hoeveelheid daartussen).
Een belangrijker punt is dat er is gekeken naar zuivel in de brede zin en niet alleen melk. Nóg belangrijker is bovendien dat de hoeveelheid per portie niet is meegerekend. Dit maakt de data mijns inziens minder relevant. Het aantal keren dat er zuivel wordt gegeten hoeft immers niets te zeggen over de totale hoeveelheid zuivel die genuttigd wordt.
Onderzoek Boston 2010: “Magere zuivel verlaagt kans op diabetes type 2 in vrouwen. Melk geen invloed”
In 2010 werd door onderzoekers van UCLA het eventuele verband tussen zuivel en diabetes type 2 onderzocht [3]. Van ruim 37.000 deelneemsters die bij aanvang van de “Women’s Health Study” geen diabetes hadden, was de zuivel inname bekend. Gedurende 10 jaar werden ze gevolgd. In deze tien jaar waren er 1603 vrouwen waarbij diabetes type 2 ontstond. Ook wanneer rekening werd gehouden met andere risicofactoren zoals roken en gewicht bleek er een negatief verband te zijn tussen de zuivel inname en de aanwezigheid van diabetes type 2. Elke dagelijkse inname van zuivel verlaagde de kans op diabetes type 2 met 4%.
the relative risk for type 2 diabetes among women in the highest quintile of dairy intake was 0.79 (95% CI 0.67-0.94; P for trend = 0.007) compared with those in the lowest quintile. Each serving-per-day increase in dairy intake was associated with a 4% lower risk (0.96 [0.93-1.01]). The inverse association with type 2 diabetes appeared to be mainly attributed to low-fat dairy intake; the multivariate relative risks comparing the highest to the lowest quintiles was 0.79 (0.67-0.93; P for trend = 0.002) for low-fat dairy.
-S. Liu, Brigham and Women’s Hospital, Boston
Ook hier spreken we over zuivel en niet specifiek over melk. De data om dit onderscheid te maken, is echter beschikbaar. De onderzoekers zagen dan ook dat vooral magere zuivel zoals yoghurt en magere kwark hiervoor zorgde. Kijkend naar melk bleek er juist een positief verband te zijn, maar dit was te klein voor statistische significantie (kon dus door toeval veroorzaakt zijn).
Onderzoek Cardiff: “Melk heeft geen invloed op de kans op diabetes”
Onderzoekers van de Cardiff University onderzochten mannen in de leeftijd 45-59 jaar ( uit de “Caerphilly cohort study”) op metabool syndroom, een aandoening die de opslag en het verbruik van energie aantast [4]. Hieronder valt ook insulineresistentie en het verhoogt daarmee dus ook de kans op diabetes [5]. Net als in het bovenstaande onderzoek werden gevallen met metabool syndroom vergeleken met de voeding zoals ze die hadden vastgelegd in enquêtes. Uit hun onderzoek bleek dat de inname van melk de kans op metabool syndroom juist verlaagde. Keken ze specifiek naar diabetes dan zagen ze geen verband.
Milk intake showed no significant trend with incident diabetes…
…The consumption of milk and dairy products is associated with a markedly reduced prevalence of the metabolic syndrome, and these items therefore fit well into a healthy eating pattern.
-P.C. Elwood, Cardiff University
Tot een soortgelijke conclusie kwamen onderzoekers uit Iran [6]. Zij vermoedden dat dit te maken had met de calcium in zuivel.
Dairy consumption is inversely associated with the risk of having metabolic syndrome. It seems that this relation is somewhat attributed to calcium.
-L. Azadbakht, Shaheed Beheshti University of Medical Sciences
A1 Beta-caseïne: Het “diabetes eiwit”?
Er zijn diverse onderzoeken naar een eventuele mogelijke specifieke boosdoener in melk (en de kans op) diabetes. Deze wijzen op de invloed van een type eiwit dat in melk voorkomt . Zoals gezegd in deel I is 80% van de proteïne in melk caseïne. De caseïne is vervolgens weer onder te verdelen in verschillende soorten waaronder Beta-caseïne. Oorspronkelijk was er één type Beta-caseïne genaamd A2, maar duizenden jaren geleden heeft een natuurlijke mutatie ervoor gezorgd dat sommige koeien melk gingen produceren met een andere variant Beta-caseïne, genoemd A1 Beta-caseïne.
Van A1 Beta-caseïne hebben diverse onderzoeken “aangetoond” dat deze juist de kans op diabetes en hartziekten kan vergroten. Zo kwam ik het boek “Devil in the milk” tegen waarin professor Woodford van de Lincoln Universiteit in Christchurch in Nieuw Zeeland ruim honderd studies heeft aangehaald om aan te tonen dat de A1 variant gevaarlijk is voor de gezondheid [7]. Volgens Woodford is het verwijderen van A1 beta-caseïne uit melk goed te doen. Hij wijst op A2 Corp., een bedrijf uit Nieuw-Zeeland dat koeien kan testen op deze A1 mutatie. A2 Corp. kan zuivelfabrikanten helpen melk te gaan produceren met de onschadelijke A2 variant. Dit duurt ongeveer twee generaties of 10 jaar.
Volgens Woodford komen diabetes Type 1 en hart- en vaatziekten vaker voor in landen met de hoogste concentraties A1 in melk. Hij heeft dit onderzocht onder knaagdieren. Hij gaf ratten A1 beta-caseïne of A2. In de groep die A2 had gekregen kwam bij geen enkele rat diabetes voor, in groep die A1 had gekregen, had 50% van de ratten diabetes gekregen.
Commerciële belangen A1&A2-melk discussie
Het probleem is echter dat je je kan afvragen in hoeverre Woodford onafhankelijk is. A2 Corp heeft al eens een grote zuivelfabrikant aangeklaagd omdat ze vonden dat deze de (door a2 corp veronderstelde) gevaren van hun A1-melk moesten vermelden op de verpakking. Een marketing truc natuurlijk om meer A2-melk te verkopen. Door dit soort acties twijfel ik meteen over harde uitspraken over A1-melk, vooral wanneer die uit de regio Australië en Nieuw-Zeeland komen.
Dat geldt al helemaal voor het onderzoek dat door A2 Corp zelf gefinancierd is zoals dat van McLachlan [8]. Hij vergeleek de inname van A1-melk in landen als Ierland, Frankrijk en Duitsland en diabetes type I.
…beta-casein A1 consumption also correlates strongly with type 1 diabetes incidence in 0-14-year-olds, suggesting that IHD and diabetes may share at least one causative risk factor.
– C.N. McLachlan, A2 Corporation Ltd
Ik ben dan misschien te sceptisch, maar zodra ik lees dat de onderzoeker werkt voor een bedrijf dat een commercieel voordeel heeft bij de conclusie van het onderzoek lees ik eigenlijk niet eens verder. Ik heb het hier dan ook slechts uit volledigheid vermeld.
Zo plaatste ik ook vraagtekens bij het volgende onderzoek dat eveneens uit Nieuw-Zeeland komt [9]
They raise the possibility that intensive dairy cattle breeding may have emphasised a genetic variant in milk with adverse effects in humans. Further animal research and clinical trials would be needed to compare disease risks of A1-free versus ‘ordinary’ milk.
-M. Laugesen, Health New Zealand
Health New Zealand? Bovenstaande onderzoeker werkt niet voor een universiteit, maar voor Health New Zealand. Dit is, zo blijkt, een organisatie die zich inzet voor politieke bewustwording van zaken met betrekking tot de gezondheid. Ze zijn vooral actief (geweest) als anti-lobby voor de tabaksindustrie. Momenteel vragen ze op de site ook om sponsors voor diverse onderzoeken. Ik kan me voorstellen dat A2 Corp graag enkele onderzoeken zou financieren naar A1-melk. Ik ging dus op zoek naar de volledige tekst en vond deze uiteindelijk. Meteen naar beneden gescrolled om te kijken op de plaats waar normaal eventuele belangenverstrengeling wordt vermeld en… ja hoor:
Conflicts of interest: The IHD section of this paper was funded by a grant from A2 Corporation, Auckland, to the first author, who is a minor shareholder in A2
Corporation. Both authors are directors of the NZ Milk Institute Ltd, which owns a patent related to A1-free milk.
Het is zelfs nog erger dan ik dacht. De beide onderzoekers betrokken bij het onderzoek zijn directeurs van NZ Milk Institute dat een patent heeft om A1 melk te produceren. Bovendien is de hoofdonderzoeker aandeelhouder in A2 Corp! Ik weet het niet 100% zeker, volgens mij is het eerste onderzoek dat ik in dit artikel toonde afkomstig van dezelfde Elliot die directeur is NZ Milk Institute [1].
Conclusie
Je kan nauwelijks tot een goede conclusie komen over de eventuele invloed van melk op de kans op diabetes (en voorlopers daarvan) als de discussie vervuild wordt door commerciële belangen. Als je eerst al een onderzoek moet doen om de belangen van de onderzoeker te controleren dan wordt één en ander niet bepaald duidelijker.
Veel van de (onafhankelijke) onderzoeken worden dan ook afgesloten met de zin dat meer onderzoek nodig is om hierover uitsluitsel te geven. Het is dan wel een zin die bijna standaard lijkt in vele onderzoeken, maar hier is deze meer dan terecht.
Ik kan niet uitsluiten dat melk invloed heeft op de kans op diabetes en of deze invloed positief of negatief is. De onderzoeken wijzen alle kanten op. Persoonlijk vond ik de onderzoeken die een negatief verband toonden (en vooral de onderzoekers die dit uitgevoerd hebben) niet overtuigend genoeg om op te wegen tegen de voordelen van melk die veel beter zijn aangetoond (zie deel I).
Referenties
- Elliott RB. (1992) Epidemiology and Etiology of Insulin-Dependent Diabetes in the Young InEpidemiology and Etiology of Insulin-Dependent Diabetes in the Young eds Levy-Marchal C & Czernichow P, Vol 21, pp 66−71 Basel: Karger.
- Pereira MA, Jacobs DR, Van Horn L et al. Dairy Consumption, Obesity, and the Insulin Resistance Syndrome in Young Adults. The CARDIA Study. JAMA 2002;287:2081-2089.
- Liu S, Choi HK, Ford E, Song Y, Klevak A, Buring JE, Manson JE. A prospective study of dairy intake and the risk of type 2 diabetes in women. Diabetes Care.
2006 Jul;29(7):1579-84. - Elwood PC, Pickering JE, Fehily AM. Milk and dairy consumption, diabetes and the metabolic syndrome: the Caerphilly prospective study. J Epidemiol Community Health. 2007 Aug;61(8):695-8.
- Wannamethee SG, Shaper AG, Lennon L, Morris RW. Metabolic syndrome vs Framingham Risk Score for prediction of coronary heart disease, stroke, and type 2 diabetes mellitus. Arch Intern Med. 2005 Dec 12-26;165(22):2644-50.
- Azadbakht L, Mirmiran P, Esmaillzadeh A, Azizi F. Dairy consumption is inversely associated with the prevalence of the metabolic syndrome in Tehranian adults. Am J Clin Nutr. 2005 Sep;82(3):523-30.
- Keith Woodford. Devil in the Milk: Illness, Health and the Politics of A1 and A2 Milk Paperback – March 9, 2009
- Laugesen M, Elliott R. Ischaemic heart disease, Type 1 diabetes, and cow milk A1 beta-casein. N Z Med J. 2003 Jan 24;116(1168):U295.