Onderzoekers hebben een genetische variatie gevonden die ervoor kan zorgen dat vetcellen sneller toenemen in omvang. De miljoenen mensen met deze variant hebben dan ook een grotere kans op overgewicht. De onderzoekers spreken zelfs van ‘schuldvrije obesitas”.
“Schuldvrije obesitas”
Een paar weken geleden schreef ik een artikel waarin ik de vraag stelde waar toch die perfecte afvalpil blijft. Niet zozeer letterlijk in de zin dat één pil obesitas de wereld uit helpt, maar meer als vraag wanneer de wetenschap daadwerkelijk helpt in de strijd tegen obesitas. We weten steeds meer over de fysiologische en psychische factoren die van invloed zijn op de mate waarin lichaamsvet wordt aangemaakt. Meer dan genoeg om te weten dat sommigen veel meer moeite moeten doen voor hetzelfde resultaat wegens andere ‘instellingen’ van het lichaam.
Vorige maand maakten onderzoekers van de Research Triangle bekend nog zo’n factor ontdekt te hebben: Een variatie in een gen dat miljoenen Amerikanen hebben en ervoor zorgt dat ze sneller in gewicht aankomen dan anderen. Het onderzoek verricht met muizen heeft aangetoond dat de variatie in een gen, genaamd ankyrin-B, ervoor zorgt dat vetcellen sneller glucose opnemen waardoor hun omvang verdubbelt. Dit in combinatie met de veranderingen in metabolisme tijdens het ouder worden en een dieet hoog in vetten zorgt vrijwel onvermijdelijk voor overgewicht.
Deze variatie die mensen vroeger mogelijk een voordeel gaf door het aanmaken van een grote energie-reserve, zorgt er onder de huidige omstandigheden voor dat een gewoon gewicht bijna onmogelijk is. Senior auteur van de publicatie Vann Bennett en George Barth Geller van Duke University spreken in dit verband zelfs van “schuldvrije obesitas”. Ankyrin-B zou een mogelijke factor kunnen zijn in de obesitas epidemie. De resultaten van hun onderzoek verschenen vorige maand in Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS) [1].
“Obesitas gen”
Bennett ontdekte het eiwit ankyrin-B (ANK2) meer dan 30 jaar geleden. Het bevindt zich in ieder lichaamsweefsel en werkt als een stabilisator in het membraan van cellen. Bennett en andere onderzoekers hebben defecten in ANK2 gelinkt aan diverse aandoeningen waaronder autisme, spierdystrofie, diabetes en een onregelmatige hartslag. In een onderzoek naar dat laatste voorbeeld, de onregelmatige hartslag, deed Jane Healey enkele jaren geleden onderzoek in het laboratorium van Bennet met muizen. Zij merkte op dat de muizen met een onregelmatige hartslag door een mutatie in ANK2 dikker waren dan anderen. Om uit te vinden waarom dit het geval is, ontwikkelde ze muismodellen met verschillende menselijke varianten van het gen dat het eiwit ANK2 codeert.
Collega Damaris Lorenzo ontdekte vervolgens dat deze muizen sneller vet werden doordat de meeste calorieën in vetweefsel werden opgeslagen in plaats van verbrandt te worden in ander weefsel. Deze bevindingen werden gepubliceerd in het 2015 in the Journal of Clinical Investigation [2].
Bennett vertelt aan ScienceDirect:
The problem is, we still didn’t know how this gene worked. There is this common belief in the field that much of obesity can be traced back to appetite and the appetite control centers that reside in the brain. But what if it isn’t all in our head?
Om daar meer inzicht in te verkrijgen liet Lorenzo haar onderzoeksgroep het ANK2 gen volledig uitschakelen. Ze herhaalde veel van dezelfde experimenten als in 2015 met de muizen met de verschillende ANK2 mutaties. In de muizen met het uitgeschakelde gen zagen ze dezelfde resultaten. De muizen werden dikker en de witte vetcellen die energie opslaan werden twee keer zo groot, ondanks hetzelfde dieet de dezelfde hoeveelheid beweging als normale muizen. De gewichtstoename werd bovendien groter naarmate de leeftijd vorderde en het dieet meer vetten bevatte.
Ook ontdekten ze dat de toegenomen opname van vetten in vetcellen ‘oversloeg’ op de lever en spieren. De abnormale opslag van vetten in deze weefsels leidde tot ontstekingen en verstoring van de gevoeligheid voor insuline. Dit laatste is een van de eigenschappen van diabetes type 2.
Na een aantal biochemische experimenten toonde Lorenzo aan dat het uitschakelen van het ANK2 gen de activiteit van Glut4 veranderde, het eiwit dat ervoor zorgt dat glucose kan worden opgenomen door vetcellen. Daardoor stonden de poorten als het ware open voor glucose om sneller in de vetcel te stromen.
Aanleg voor overgewicht
Vervolgens vroeg ze zich af of dezelfde effecten ook golden voor andere bekende menselijke mutaties in ANK2. Hiervoor kweekte ze vetcellen met deze varianten waarop ze vaststelde dat ook deze in een verhoogd tempo glucose opnemen.
Bennett legt dan ook uit aan ScienceDirect dat ze nu hebben vastgesteld dat er een duidelijk mechanisme is dat verklaart waarom sommige muizen obese worden zonder meer te eten. Dit gen zou kunnen helpen om mensen te identificeren die een verhoogd risico hebben op overgewicht. Deze mensen zouden vervolgens overeenkomstig geadviseerd moeten worden om extra op hun dieet te letten en meer te bewegen.
Wel wijst Bennett erop dat hun bevindingen eerst getoetst moeten worden in de menselijke bevolking. Daarvoor moeten ze mensen identificeren met de ANK2 varianten en onder andere de familiegeschiedenis bekijken, lichaamssamenstelling vaststellen en de glucose opname meten.
Niet iedereen schuldvrij?
Nu is natuurlijk de hamvraag: Hoeveel mensen dragen zo’n variant? In de V.S. komen varianten van ANK2 voor in 1.3 van witte Amerikanen en 8,4 procent van zwarte Amerikanen. Hoewel dat miljoenen betreft, lijkt het daarmee niet dé grote oorzaak van overgewicht. Kijkend tenminste naar de veel hogere cijfers van obesitas in de V.S.
Maar dat is natuurlijk niet vreemd. Er zijn vele oorzaken van overgewicht. Dit is slechts één van de voorbeelden van factoren die hieraan bijdragen. Ander voorbeelden die we de afgelopen maanden hebben behandeld zijn eiwitten die je keuze maaltijd beïnvloeden, eiwitten die de omzetting van wit vet in het vet verbrandende bruin vet veranderen en cellen die de het honger gevoel beïnvloeden.
Dat maakt de oplossing niet direct makkelijker. Een genezing voor aangeboren aanleg voor obesitas is nog niet in zicht. Tot die tijd halen we hier op zijn best de kennis uit om steeds meer mensen te kunnen vertellen dat ze een verhoogd risico hebben op overgewicht en waarom. In sommige gevallen kan misschien bepaald worden welke type voedingsstoffen een risico vormen. In alle gevallen blijft het echter een kwestie van de keuze voor een gezond dieet en genoeg beweging. Voor de één kan echter een ‘gezond dieet’ veel strenger blijken dan voor een ander en ‘genoeg beweging’ is in dit opzicht ook relatief.
Persoonlijk zou ik daarom niet snel willen spreken van ‘schuldvrije’ want dat doet de vraag stellen wat ‘verwijtbare obesitas’ is. Met zo’n groot aantal fysieke en psychische factoren die we zelf niet bepalen, is het onmogelijk te zeggen welk aandeel overblijft voor de ‘vrije wil’.
Referenties
- Damaris N. Lorenzo, Vann Bennett. Cell-autonomous adiposity through increased cell surface GLUT4 due to ankyrin-B deficiency. Proceedings of the National Academy of Sciences, 2017; 201708865 DOI: 10.1073/pnas.1708865114
- J Clin Invest. 2015;125(8):3087-3102.
- Streib, Lauren (8 February 2007). World’s Fattest Countries”. Forbes.
- The 10 Healthiest States in America”. University of Illinois at Chicago. Retrieved 18 September 2014.