Wanneer je een vegetarisch dieet wilt volgen of gewoonweg je vlees producten wilt vervangen door plantaardige voedingsmiddelen is soja vaak een mooi alternatief. Soja, in de vorm van sojabonen, sojamelk of tofu kunnen prima fungeren als vleesvervangers. De oorsprong van deze producten is de sojaboon. In dit artikel lees je wat de voordelen zijn van sojaproducten als vleesvervanger en welke positieve effecten ze kunnen hebben op de algehele gezondheid.
Inhoudsopgave
- Wat is soja
- Voordelen soja
- Gunstige effecten soja
- Soja gezond of ongezond
- Onvruchtbaar door soja?
- Fyto-oestrogenen, Isoflavonen, genisteïne en daidzeïne
- Soja en gynaecomastie: Bitchtits
- Lager testosteron en libido door soja?
- Onderzoeken naar invloed soja op testosteron en voortplanting: Ratten en apen
- Soja verlaagt testosteron in Marmoset apen
- Soja heeft geen effect op testosteron makaken en veroorzaakt geen gynaecomastie
- Soja verlaagt testosteron niet, maar verlaagt wel kans op prostaatkanker
- Soja zorgt op lange termijn niet voor een daling, maar juist stijging van testosteron!
- Soja goedkoper, maar kwalitatief minder dan andere proteïne?
- Conclusie
Wat is soja
Soja is afkomstig van de sojabonen en is oorspronkelijk afkostig uit het Verre Oosten. Er zijn bewijzen dat in het jaar 2838 voor Christus de sojaboon al toegepast werd als voeding in het Chinese keizerrijk. Naast tarwe, rijst, gierst en gerst werd soja beschouwd als een van de 5 heilige gewassen. De voorbeelden van sojaproducten die geproduceerd worden met de sojaboon als basis zijn: sojaboter, sojamelk, sojaburgers en natuurlijk tofu.
Voordelen soja
De voordelen van soja als vleesvervanger zijn voornamelijk te wijten aan het feit dat het een bron van proteine is. Proteine, of eiwit, bevindt zich voornamelijk in vlees of zuivel producten. Wanneer je een vegetarier bent, of wellicht minder vlees wilt consumeren is soja een ideale vleesvervanger. Doordat het de volledige keten aan aminozuren bevat zijn soja eiwitten gelijk aan de eiwitten die je uit vlees kunt halen. Deze proteine kunnen het LDL cholesterol niveau aanzienlijk verlagen tot wel bijna 5 procent. Hierdoor kan de kans op hart- en vaatziekten verlaagd worden.
Naast de proteine zitten er ook andere voordelen in de sojaboon. Zo bevat deze peulvrucht veel ijzer in de vorm van ferritine. Verder bevat de sojaboon veel goede vetten in de vorm van omega 6 en omega 3 vetten.
Verder kan de sojaboon een preventieve werking hebben op osteoporose, oftewel afgenomen botmassa. Dit is een verschijnsel dat veelvuldig voorkomt bij ouderen, waardoor de kans op botbreuken vergroot wordt. Soja zou dit kunnen verhelpen door de aanwezigheid van isoflavonen in de boon. Deze isoflavonen zijn qua moleculen vergelijkbaar met oestrogeen. Oestrogeen is het vrouwelijk hormoon, dat ook een rol speelt bij de opbouw van botten. Wanneer men meer soja consumeert neemt de kans op botbreuken af, door een toegenomen hoeveelheid oestrogeen.
Gunstige effecten soja
Diverse onderzoeken zouden hebben aangetoond dat de mannen die regelmatig soja eten een lagere kans hebben op een prostaatvergroting maar ook op prostaatkanker. De toediening van soja zou de verkalking in de aders voorkomen. Naast prostaatkanker, zou het consumeren van de sojaboon een positief effect kunnen hebben bij de voorkoming van borstkanker en specifieke vormen van darmkanker. Dit is een uitkomst waar wetenschappers verder naar aan het kijken zijn. Want de onderzoeken zijn gedaan in specifieke gebieden van Azie, waar de consumptie van soja in de vorm van tofu hoger ligt dan in westerse landen.
Naast de gunstige effecten uit dit onderzoek blijken uit andere onderzoeken dat soja een minder positief effect zou kunnen hebben op de gezondheid, met name op de schildklier. Door het consumeren van soja zou de schildklier minder goed kunnen functioneren en zou het bij vrouwen de vorming van borstkanker kunnen verergeren. Er is daarom nog veel onderzoek nodig om hier eenduidige conclusies in te trekken.
Soja is de redding der mensheid als het aan veganisten ligt, maar volgens de tegenstanders is het de ondergang van de man. Voorstanders roemen soja om de efficiënte, goedkope productie en grote voedingswaarde door met name de inhoud aan proteïne. Tegenstanders zien het als een voedingsmiddel dat mannen impotent maakt, hun testosteron laat dalen, ze vrouwenborsten geeft en ze homoseksueel maakt.
Soja gezond of ongezond
Soms zijn de belangen rondom omstreden zaken zo groot dat voor en tegenstanders elkaar om de oren slaan met onderzoeken om hun gelijk aan te tonen. Denk maar aan de vele onderzoeken die hebben aangetoond dat GSM-straling kanker veroorzaakt en de evenveel onderzoeken die aantonen dat dit niet het geval is. Of de sigarettenindustrie die jarenlang middels zogenaamd wetenschappelijk onderzoek beweerde dat sigaretten echt geen gevaar voor de gezondheid vormen.
Eenzelfde probleem kom je tegen als je praat over soja.
Onderzoeken spreken elkaar tegen of zijn niet representatief, waardoor het niet makkelijker wordt tot een eenduidige conclusie te komen. Voor- en tegenstanders kiezen de onderzoeken die hun mening ondersteunen om hun gelijk te halen en de objectief geïnteresseerde persoon blijft met een hoop vraagtekens achter. Dit is dan ook de reden waarom ik een eerdere poging tot een artikel hierover tijdelijk opgeschort heb toen ik verdwaalde in het oerwoud van onderzoeken en tegenstrijdige conclusies.
Ik ga in op de meest relevante onderzoeken en laat je zelf een oordeel vormen. De veganisten zullen er overigens blij om zijn dat voor deze onderzoeken slechts een stuk of 650 ratten zijn onthoofd en 58 apen zijn gedood.
Onvruchtbaar door soja?
Ik was het onderwerp soja alweer een tijdje vergeten toen de interesse opnieuw gewekt werd door een artikel dat ik toevallig tegenkwam in het december editie van het AMC Magazine.
Onderzoeker Jurgen Seppen van het Tytgat Instituut van het AMC maakt voor zijn onderzoek naar Crigler-Najjar, een ziekte waarbij de verwerking van bepaalde afvalstoffen verstoort is, gebruik van speciaal gefokte ratten. Deze “Gunn-ratten” hebben een natuurlijke erfelijke afwijking waardoor ook hun ontgiftingssytsteem slechter werkt. Seppen schrok toen deze speciaal gefokte, zeldzame ratten zich plotseling niet meer voortplantten. Toen hij zich bedacht dat de ratten sinds kort nieuw voer kregen, was zijn eerste stap weer het oude voer te gaan gebruiken. Toen bleek dat hier inderdaad de oplossing lag, was zijn interesse gewekt en besloot Seppen op zoek te gaan naar de boosdoener in het nieuwe voedsel.
Omdat ook hij één van de mensen is die bekend is met negatieve berichten over soja en, meer specifiek over fyto-oestrogenen (zie onder), richtte hij zich hier als eerste op. In de nieuwe voeding zat namelijk veel soja terwijl de oude voeding vooral dierlijke proteïne bevatte. Nu volgt echter niet het vernietigende bewijs dat soja van een man een mietje maakt door een overschot aan vrouwelijke hormonen die de man impotent maken. Fyto-oestrogenen, die in veel opzichte werken als het vrouwelijk estradiol, zouden de hormoonhuishuiding kunnen ontregelen en tot eerder gerapporteerde gynaecomastie leiden. In de ratten waren het echter de vrouwen die onvruchtbaar raakten.
Het was geen toeval dat het juist de Gunn-ratten overkwam. Deze ratten zijn gefokt met een defect ontgiftingssysteem. Uit vervolg onderzoek bleek dat normale ratten niet onvruchtbaar werden, maar alleen de vrouwelijke Gunn-ratten. Hieruit concludeert Seppen dat als je ontgiftingssysteem minder goed werkt, soja een effect kan hebben op de vruchtbaarheid. In mensen is er een afwijking die verwant is aan de ziekte waar de Gunn-ratten model voor staan. Ook bij Gilbert is het ontgiftingssysteem defect, maar in mindere mate. Het is volgens de onderzoeker waarschijnlijk dat in die gevallen de soja-oestrogenen ook effect kunnen hebben. Hij wil graag een grotere vervolgstudie doen om te kijken hoe het oestrogeen door het lichaam wordt opgeruimd zodat je kunt nagaan welke genetische variabelen meespelen.
Fyto-oestrogenen, Isoflavonen, genisteïne en daidzeïne
Seppen noemt fyto-oestrogenen. Voordat ik verder ga met allerlei onderzoeken over negatieve effecten van soja is het goed eerst hier op in te gaan.
In de onderzoeken naar soja wordt soms soja toegediend en besproken, andere keren worden de specifieke bestanddelen gebruikt en genoemd die zouden kunnen leiden tot negatieve effecten. Het is daarom goed deze namen te kennen om te snappen dat er vaak over hetzelfde wordt gesproken, maar op een ander niveau. Bovendien geeft een uitleg hierover een mogelijke verklaring voor de (eventueel) negatieve effecten van soja.
Fyto-oestrogenen zijn xeno-oestrogenen. Dit zijn oestrogenen die niet door het lichaam zijn aangemaakt (“ze komen van buiten”). Fyto-oestrogenen zijn een type xeno-oestrogenen die voorkomen in planten (phyto is Grieks voor plant).
Fyto-oestrogenen zijn voedingsstoffen die qua chemische structuur veel lijken op het vrouwelijke hormoon oestradiol (of “estradiol”). Hierdoor “hebben ze affiniteit met de receptoren voor oestrogeen”. Dat wil zeggen dat ze kunnen binden met de receptoren voor oestrogeen. Receptoren zijn eiwitten in de celmembraan waaraan bepaalde moleculen kunnen binden en een reactie tot stand kunnen brengen. Je kan ze zien als knoppen van een machine die allen een aparte functie hebben en alleen met een bepaalde sleutel ingedrukt kunnen worden. Fyto-oestrogenen kunnen daardoor eenzelfde effect hebben als oestrogenen zoals oestradiol, maar ze hebben ook niet-hormonale effecten.
Isoflavonen zijn één van de drie soorten fyto-oestrogenen. Deze zijn weer onder te verdelen in verschillende soorten waarvan vooral genisteïne, daidzeïne en glyceteïne te vinden zijn in soja. Per type sojavoeding verschillen de verhoudingen (zie tabel), maar genisteïne komt altijd in de grootste hoeveelheden voor gevolgd door daidzeïne (wat blijkt uit het overzicht waarin glyceteïne niet eens voorkomt).
Soja en gynaecomastie: Bitchtits
Gynaecomastie, het vormen van vrouwelijke borsten bij mannen, wordt vaak veroorzaakt door de omzetten van androgenen (mannelijke hormonen) in het vrouwelijke oestrogeen in vetweefsel van de borsten. Over het verband tussen gynaecomastie en soja is veel geschreven, met helaas verschillende resultaten. Ik zet een paar van de bekendere onderzoeken op een rij:
Onderzoek 1. De zestigjarige veteraan James Price.
Seppen verwijst in het artikel naar casestudies van vrouwen die interne bloedingen kregen na veel sojagebruik en mannen die borstvorming ontwikkelen na het drinken van drie liter soja per dag. Vooral dit laatste interesseerde mij natuurlijk gezien dit het bekende schrikverhaal is rondom soja en ik hierover nog geen overtuigende studies heb gelezen.
De “mannen” waarnaar Seppen verwijst, “waren” feitelijk één, zestigjarige, man. De Vietnam-veteraan en helikopter piloot James Prince had naast gynaecomastie last van erectiele disfunctie (kreeg ‘m niet omhoog) en een verminderd libido. Hij had niet meer de gebruikelijke ochtendstijve en ook het formaat van zijn stuurknuppel leek afgenomen te zijn.
Uit onderzoek bleek dat de hoeveelheid vrouwelijke hormonen estradiol en estron (het minst voorkomende oestrogeen dat via estradiolsulfaat kan worden omgezet in estradiol) bij hem vier keer zo hoog was als de bovenste limiet van de referentiewaarde. Uit verschillende onderzoeken konden de artsen niets vinden dus gingen ze hem vragen stellen naar zijn levenswijze. Hieruit bleek dat de man ruim drie liter sojamelk per dag dronk. Hij at nu eenmaal veel ‘cereal’ (cornflakes e.d.) en dronk het veel ter verkoeling in de Texaanse zon. Toen hij stopte met het drinken van soja, namen de klachten niet verder toe. Zijn borstvorming nam later weer toe toen hij een product dronk waarvan hij niet wist dat er soja in zat. Toen hij daarmee stopte, stopte de borstgroei weer. Omdat deze borstvorming over lange termijn tot stand is gekomen, zal dit nooit meer verdwijnen tenzij hij onder het mes gaat. Ook zijn emotionele gesteldheid en omvang van zijn zaakje verslechterden niet verder, maar verbeterden ook niet.
Ik kwam ooit een vergelijkbaar geval tegen uit Groot-Brittanië, maar kan dat tot mijn grote irritatie niet meer terugvinden. Dit was een soortgelijk geval met het verschil dat de man in kwestie aangaf aan bodybuilding te doen, maar geen anabolen te gebruiken. Ook in zijn geval bleek uiteindelijk uit een interview dat hij veel soja at. In beide gevallen heb ik moeite met het onderzoeksverslag, vooral omdat deze uitgaan van een naar eerlijkheid vertellende patiënt. Vooral in het tweede geval vind ik dit niet wetenschappelijk verantwoord. Als je beseft dat de man aan diverse bekende bijwerkingen van anabolengebruik leed, lag het op de weg van de onderzoekers dit als oorzaak uit te sluiten door onderzoek. Mogelijk is het onderzoek niet meer te vinden omdat men zelf twijfelde aan de validiteit van het geval.
In het geval van de 60-jarige, inmiddels hierdoor wereldberoemde, veteraan James Price geldt hetzelfde behalve dat hij niet aangaf aan bodybuilding te doen en niet aangaf verlies van spiermassa en spierkracht te hebben. Dit hoeft nog niets te betekenen, maar maakt anabolengebruik minder aannemelijk dan bij een bodybuilder. Dan resteren twee “problemen” voordat we kunnen stellen dat (normale hoeveelheden) soja in normale mensen je de verkeerde soort tieten geeft: Ten eerste: Hij dronk, mede door een lactose allergie, de uitzonderlijk grote hoeveelheid van 3 liter per dag. Dit is voor sommigen de gehele vocht-inname. Het aantal mensen dat dergelijke hoeveelheden drinkt, zal erg beperkt zijn.
Bovendien is het, op zijn zachtst, nogal overtrokken om een voedingsmiddel wereldwijd “in de ban te doen” vanwege één geval. Price zelf denkt dat hij overgevoelig is voor soja. Als je het hele verhaal leest dan lijkt dat aannemelijk en zijn de klachten in zijn geval inderdaad door soja zijn veroorzaakt.
Onderzoek 2: Uit het toedienen van isoflavonen aan mannen blijkt niet dat dit leidt tot gynaecomastie
Dit is een “mooi” voorbeeld van hoe mensen de uitkomsten van onderzoeken kunnen verkrachten en hoe belangrijk het is je bronnen te checken.
Ik werd op dit onderzoek gewezen door een artikel dat aangaf dat uit dit onderzoek bleek dat mannen door soja gynaecomastie kregen. De schrijver stelt:
A recent study of the University of North Carolina at Chapel Hill showed that men eating whopping amounts of soy expierienced breast enlargement and even some nipple discharge
Jim Rutz
Het is goed om te weten dat Jim Rutz een godsdienstfanaat is die ervoor waarschuwt dat je door het eten van soja een homo wordt. Als je namelijk het onderzoek zelf leest dan blijkt juist het tegenovergestelde! Dit is namelijk wat de onderzoeker zelf zeggen:
No estrogenic or antiestrogenic symptoms (eg, gynecomastia and weight loss) were observed after administration of the isoflavone preparation.
Ik schrijf “No” maar even dikgedrukt om te benadrukken dat zij aangeven dat er geen gevallen waren van gynaecomastie of andere (anti-)oestrogene symptomen. Overigens aten de mannen geen “whopping amounts” soja, maar werden de isoflavonen toegediend. Het is dus niet zo dat zij hun hele leven veel soja hadden gegeten. De onderzoekers gaven 30 gezonden mannen een eenmalige, hoge dosis van een oplossing met isoflavonen. Beide oplossingen bevatten meer genisteïne dan ooit eerder aan mensen toegediend en meer dan men normaal uit soja in normale voeding zou halen. De onderzoekers verwijzen in hun conclusie bovendien naar twee andere onderzoeken waaruit niet blijkt dat soja de negatieve effecten wel kan hebben (A. Cassidy, L.J.W. Lu et al.)
Lager testosteron en libido door soja?
Een andere genoemd nadelig effect van soja is wederom een aanslag op de mannelijkheid. Er zijn diverse onderzoeken die hebben gekeken naar het effect van soja op testosteron, erectiele disfunctie, zaadproductie en verminderd libido. Voor iedereen die zich uitslooft voor spiergroei is dat eerste punt natuurlijk erg belangrijk. Voor iedereen die zich hiervoor (al dan niet onbewust) uitslooft om zijn kansen bij het vrouwelijke geslacht te verbeteren, zijn die laatste twee punten een stuk belangrijker. Als je de bal met veel moeite voor het doel hebt gekregen, moet je ‘m er immers wel in kunnen krijgen.
Om praktische en medische redenen zijn veel van dit soort onderzoeken op dieren uitgevoerd. Omdat soja in veel landen een groot onderdeel van de babyvoeding en voeding voor kinderen uitmaakt, is in deze onderzoeken ook vaak gekeken welke invloed soja heeft op jonge dieren van verschillende leeftijden om te zien wat de effecten zijn, nu en op latere leeftijd.
In Europa wordt in de meest landen door regelgeving in babyvoeding voor minder dan 2% soja gebruikte. In de V.S. echter ligt dit maar liefst rond de 36% [Merrit en Jenks]. In sommige gevallen wordt soja vanaf de geboorte tot en met de kleuterjaren gebruikt [Pollack et al]. De uitkomsten van sommige van de onderzoeken hiernaar hebben geleid naar regelgeving op soja in (baby)voeding in o.a. Israël, Australië, Engeland, Frankrijk en Nieuw-Zeeland. Omdat voor veel van dit soort onderzoeken gekeken moet worden naar bepaalde cellen in de testes die betrokken zijn bij de voortplanting kan dit ingrijpend zijn wanneer dit op mannen wordt uitgevoerd. Daarom zijn veel van dit soort onderzoeken op dieren uitgevoerd.
Onderzoeken naar invloed soja op testosteron en voortplanting: Ratten en apen
Waar de onderzoeker van het AMC per toeval een onderzoek begon naar het effect van soja in voeding op ratten, was dit voor Poolse onderzoekers bewust. Ze keken onder andere naar de invloed van soja op testosteron voor en na de voortplanting. Zij gaven aan de vrouwtjes en mannetjes soja-rijke voeding tijdens het fokken en ook aan de ratten die geworpen werden door de vrouwtjes die de soja-rijke voeding aten. Zo wilden zij kijken naar de effecten op geboren jonkies op verschillende momenten en op de mannelijke hormoonhuishouding in volwassen mannen.
Zij zagen in de volwassen mannen geen significante daling in testosteron door het dieet met de soja-rijke voeding. Sterker nog, na 160 dagen was het testosteron een stuk hoger in de ratten die soja-rijke voeding aten (zie afbeelding rechts: Donker is soja, PND=aantal dagen na geboorte). Vreemd genoeg wordt dit verschil niet specifiek benoemd in hun conclusie anders dan dat soja invloed kan hebben op de mannelijke geslachtshormonen afhankelijk van de duur van het dieet. Wel zagen ze een afname in de omvang van de testes na het eten van soja.
Soja verlaagt testosteron in Marmoset apen
Engelse onderzoekers gebruikten geen ratten, maar Marmoset apen (of “witoorpenseelaapje”, een Zuid-Afrikaanse apensoort). Ook zij waren vooral geïnteresseerd in de effecten op pasgeborenen. Omdat de ontwikkeling van geslachtshormonen van pasgeborenen in de marmoset apen meer lijkt op dat van de mens dan bij ratten, hoopten ze meer inzicht te krijgen dan eerdere onderzoeken met knaagdieren.
Deze apen kunnen onderling veel verschillen vertonen waardoor je er erg veel zou moeten gebruiken voor goede informatie ware het niet dat ze normaal in paren worden geboren (al komen drielingen en vierlingen ook voor). Hierbij kan één van de twee als controle kan dienen waardoor er onderling vergeleken kan worden. De onderzoekers gebruikten 7 paren waarvan één van de apen 30-40 dagen sojamelk kreeg en de ander gewone melk (beide uit de supermarkt). In de weken 120-138 werd gekeken wat het effect van de voeding na de geboorte was op de pubertijd (week 40-60) en later.
the increase in Leydig cell numbers was most marked in males with consistently lownormal testosterone levels…….Unexpectedly,our findings show that testicular weight and somatic cell numbers are significantly increased in animals that have been fed with SFM as infants. The latter changes did not result in any values in SFM-fed males that lay outside of the control range of values, and these differences would not have been detectable if the present study had not used a paired, co-twin design. However, there is some concern that these changes may reflect a degree of ‘compensated Leydig cell failure’, which merits further investigation
K. Tan – University of Edinburgh
Om te snappen wat men hiermee bedoelt, moet je weten dat testosteron in de Leydig cellen in de testes wordt gemaakt (uit cholesterol). De onderzoekers zagen dat in de apen die sojamelk dronken het aantal Leydig cellen steeg. Zij vermoeden dat ter compensatie hiervan de Leydig cellen minder testosteron aanmaken (“Compensated Leydig cell failure”). De lagere testosterongehaltes in sojamelk drinkende apen liggen tussen de normale waarden en zouden niet opvallen als ze niet met hun tweelingbroer vergeleken werden.
Soja heeft geen effect op testosteron makaken en veroorzaakt geen gynaecomastie
Ook Amerikaanse onderzoekers gebruikten apen, maar dan makaken. Zij waren benieuwd naar de lange termijn effecten van isoflavonen. Ze deelden 91 makaken in drie groepen in: Een dieet zonder soja, een dieet met weinig soja en een dieet met veel soja.
De Amerikaanse onderzoekers zagen geen invloed op testosteron en estradiol. Zij zagen ook geen gynaecomastie optreden.
Serum estradiol, testosterone, or androstenedione did not differ among the 3 groups at baseline or following the 31-mo dietary soy protein treatment period (table 3)
D.L. Perry – Wake Forest University School of Medicine, Winston-Salem
Soja verlaagt testosteron niet, maar verlaagt wel kans op prostaatkanker
Onderzoekers van de University of Hawaii kwamen tot deze conclusie toen ze 23 mannen een maand lang twee keer per dag soja lieten eten. Na een maand stapten ze over op een soja-arm dieet. Hierna werden de resultaten vergeleken. Zij zagen geen verschil in testosteron, maar wel een daling in Prostaat Specifiek Antigeen (PSA). PSA wordt ook wel het “prostaatkanker-eiwit” genoemd omdat grotere hoeveelheden hiervan in het bloed kunnen wijzen op prostaatkanker, maar ook op andere zaken als een vergrote prostaat of ontsteking.
No significant between-group and within-group differences were detected. During the high soy diet, dietary isoflavone intake and urinary isoflavone excretion increased significantly as compared to the low soy diet. A 14% decline in serum PSA levels (P=0.10), but no change in testosterone (P=0.70), was observed during the high soy diet in contrast to the low soy diet.
G. Maskarinec. University of Hawaii
Soja zorgt op lange termijn niet voor een daling, maar juist stijging van testosteron!
Althans, volgens de onderzoekers van de University of Ottawa. Zijn testten 6 groepen ratten die allemaal verschillende hoeveelheden fyto-oestrogenen kregen variërend van geen fyto-oestrogenen tot de hoeveelheid in normale voeding en uiteindelijk ook de hoeveelheid die een dertigvoud hiervan is.
Waar de polen keken tot 280 dagen na de geboorte keken de Canadezen tot dag 360 (vanaf dag 28 toen ze geen moedermelk meer kregen). De 360 dagen moeten tonen wat levenslange blootstelling betekent. In de afbeelding links zie je aan de dikke streep het testosterongehalte bij het soja-vrije dieet. Het is duidelijk dat vanaf dag 120 alle diëten met soja een hoger testosterongehalte opleveren.
Als we hier kijken na 280 dagen zoals de Polen dat ook deden dan zien we ook in dit geval dat de verschillen klein zijn terwijl die na 160 dagen een stuk hoger liggen. Feitelijk is (erg kort door de bocht) het enige verschil dat zij deze stijging in hun conclusie benoemen terwijl de polen dat niet deden.
Overigens was het verschil in het androgene dihydrotestosteron nog groter (niet afgebeeld).
However, rats on diets 5 and 6 demonstrated altered serum testosterone profiles such that at days 120, testosterone levels remained significantly elevated at approximately 3 ng/ml (P < 0.05). Serum dihydrotestosterone levels exhibited similar profiles and the levels in PND 120 rats on diet 5 or 6 were also significantly elevated (two to threefold, P < 0.05).
J. McVey. University of Ottawa
Soja goedkoper, maar kwalitatief minder dan andere proteïne?
Er zijn zeer veel verschillende soorten proteïne. De meest populaire proteïne is whey proteine door de hoge biologische beschikbaarheid en snelle opname. De biologische waarde van whey is berekend op 97. De hoogste biologische waarde in deze tabel heeft whey concentraat met 104. Voor het trager werkende caseïne is dit 77 en volgens wiki is dit voor soja 74. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (wat natuurlijk de beste universiteit is ter wereld getuige de briljante studenten die er studeren;) vergeleken de effecten van proteïne uit soja en caseïne. Zij beschrijven de waarde van proteïne als de snelheid waarmee het wordt verteerd, de snelheid waarmee de aminozuren worden geabsorbeerd en hoelang ze in de darmen blijven als nieuw gesynthetiseerde proteïne (nieuwe proteïne opgebouwd uit de aminozuren).
De onderzoekers zagen dat uit de caseïne meer proteïne werd gesynthetiseerd terwijl van de soja juist meer werd afgebroken. Hiermee werd bevestigd dat soja een lagere biologische waarde heeft dan caseïne (en dus ook dan whey).
In conclusion, a significantly larger portion of soy protein is degraded to urea, whereas casein protein likely contributes to splanchnic utilization (probably protein synthesis) to a greater extent. The biological value of soy protein must be considered inferior to that of casein protein in humans.
Y. Luiking – Universiteit van Amsterdam.
Conclusie
De discussie over soja wordt op veel gebieden gevoerd. Ik heb me nu zoveel mogelijk beperkt tot de invloed op mensen die het als proteïne bron willen gebruiken en gekeken naar de invloeden op de mannelijke hormonen en eventuele bijwerkingen zoals de gevreesde bitchtits.
Er zijn onvoldoende onderzoeken die wijzen op het risico op gynaecomastie om dit als een aannemelijk gevaar te zien wanneer je normale hoeveelheden of zelfs meer dan dat aan soja eet. Er is slechts één geval bekend waarin deze klachten (waarschijnlijk!) te herleiden zijn naar soja-gebruik.
Ook op het gebied van de invloed op testosteron is er onvoldoende aanleiding om aan te nemen dat soja nadelige effecten heeft. Er zijn zelfs onderzoeken die het tegendeel aantonen. De exacte invloeden van soja blijven daarom onduidelijk en verder onderzoek blijft noodzakelijk.
Soja biedt in ieder geval in theorie teveel risico’s om het op te hemelen zoals de veganisten graag willen, maar er is onvoldoende bewijs dat het de ondergang van de man is. De twijfel alleen al zal echter voor veel mensen reden zijn om te kiezen voor de legio alternatieven aan soorten proteïne die vaak ook nog een hogere biologische waarde hebben, maar iets duurder zijn.
Referenties
- AMC Magazine. 2012, december
- J. Martinez, J.E. Lewi. An unusual case of gynecomastia associated with soy product consumption. Endocr Pract. 2008 May-Jun;14(4):415-8.
- M.G. Busby et al. Clinical characteristics and pharmacokinetics of purified soy isoflavones: single-dose administration to healthy men. Am J Clin Nutr. 2002 Jan;75(1):126-36.
- A. Cassidy. Physiological effects of phyto-estrogens in relation to cancer and other human health risks. Proc Nutr Soc 1996;55:399–417.
- L.J.W. Lu et al. Altered time course of urinary daidzein and genistein excretion during chronic soya diet in healthy male subjects. Nutr Cancer 1995; 24:311–23.
- R.J. Merritt en B.H. Jenks Safety of soy-based infant formulas containing isoflavones: the clinical evidence. 2004. J Nutr 134,1220S–1224S.
- F.P. Polack et al. Changing partners: the dance of infant formula changes. 1999. Clin Pediatr38,703–708.
- Gorski K. et al. Differential effects of soy-containing diets on the reproductive tissues growth and reproductive hormone secretion in male rats. Reprod Biol. 2006 Nov;6(3):275-90.
- K. Tan et al. Infant feeding with soy formula milk: effects on puberty progression, reproductive function and testicular cell numbers in marmoset monkeys in adulthood. Human Reproduction Vol.21, No.4 pp. 896–904, 2006
- D.L. Perry et al. Dietary soy protein containing isoflavonoids does not adversely affect the reproductive tract of male cynomolgus macaques (Macaca fascicularis). J Nutr. 2007 Jun;137(6):1390-4.
- Protein Quality Evaluation: Report of the Joint FAO/WHO Expert Consultation. Bethesda, MD (USA): Food and Agriculture Organization of the United Nations (Food and Nutrition Paper No. 51). December 1989. ISBN 92-5-103097-9.
- Y. Luiking et al. Casein and Soy Protein Meals Differentially Affect Whole-Body and Splanchnic Protein Metabolism in Healthy Humans. 2005 The American Society for Nutritional Sciences
- M. McVey et al. Increased serum and testicular androgen levels in F1 rats with lifetime exposure to soy isoflavones. Reproductive Toxicology (impact factor: 3.23). 07/2004; 18(5):677-85. DOI:10.1016/j.reprotox.2004.04.005
- G. Maskarinec. Serum prostate-specific antigen but not testosterone levels decrease in a randomized soy intervention among men. Eur J Clin Nutr. 2006 Dec;60(12):1423-9. Epub 2006 Jun 14.