Wanneer je wilt afvallen kan het je niet snel genoeg gaan. De vetmassa die je in een paar jaar hebt opgebouwd wil je liefst in een paar weken kwijt. Nog snel voor de zomer of om er met de feestdagen op je best bij te zitten. Hoe frustrerend is het dan als je opeens minder afvalt dan de week ervoor?
Wanneer je de sportschool binnenkomt en vol vertrouwen de weegschaal op stapt kan het als een flinke klap in je gezicht voelen. In plaats van dat je, zoals je verwacht had, afgevallen bent valt er op dat &*#$% ding te zien dat je juist ZWAARDER bent geworden! Al die cupcakes en Oreo’s voor niks laten staan…
Gelukkig is er niks aan de hand als je realiseert dat het verliezen van lichaamsgewicht (of vetmassa) nooit lineair is. Met andere woorden, je zult nooit en te nimmer elke week evenveel blijven afvallen. Dat gebeurt simpelweg niet omdat je lichaam geen machine is die je kunt programmeren op standje ‘continuïteit’ of kommanauwkeurig.
Wanneer je jezelf elke week weegt en dit doet voor een langere periode dan zal je daadwerkelijk resultaat moeten zien. Bij het verliezen van lichaamsgewicht moet echter rekening gehouden worden mogelijke fluctuaties die door nader te noemen oorzaken beïnvloed kunnen worden.
Natuurlijk zijn er betere manieren om je progressie te meten. Ga je alleen uit van het getal dat de weegschaal aangeeft dan zie je niet wat het verschil is tussen spiermassa en lichaamsvet. Heb je geen (ernstig) overgewicht dan is het doen van een vetpercentage meting via jouw huidplooimeting en het checken van je spiegelbeeld een prima methode om te zien hoe je vooruitgaat. In dit artikel echter, wil ik je laten zien hoe het resultaat in veranderingen van lichaamsgewicht eruit kan zien bij iemand met flink overgewicht.
Ingrid verloor 30 kilo met ups en downs
Als voorbeeld gebruiken we het afvalproces van Ingrid, die startte met een gewicht van 119,3 kilo bij een lengte van 1,70m (BMI van 41,3). Ingrid is in de 9 maanden die ze cliënt is bij me bijna 30 kilo afgevallen. Het spreekt voor zich dat ze niet elke week evenveel gewicht is kwijt geraakt, zoals je kunt zien in het diagram hieronder.
Op de horizontale lijn van het diagram zie je Ingrid haar startgewicht (119,3 kg) met daaronder het weeknummer van het jaar. De blauwe staven geven aan wat het gewicht is en hieraan kun je in het diagram goed zien hoe de afname is van haar gewicht.
De blauwe lijn geeft ten opzichte van de horizontale zwarte lijn aan hoeveel gewicht er verloren is ten opzichte van de week ervoor (cijfers op verticale as rechts). Is deze blauwe lijn gelijk aan de zwarte dan is er geen gewichtsverlies, is deze lager dan de zwarte dan is er gewicht verloren, is de lijn hoger dan is er gewicht bijgekomen.
Zo zie je dat er in week 17, 18, 19 en 20 nauwelijks gewichtsverlies plaatsvond. Vervolgens verliest Ingrid in 6 weken tijd 7 kilo waarna er weer 3 weken weinig gebeurt en haar gewicht zelfs wat oploopt. Dit is niet vreemd. Je lichaamsgewicht wordt niet alleen beïnvloed door de veranderingen in de hoeveelheid spiermassa en vetmassa die je met je meedraagt. Wat je (de afgelopen dagen) gegeten hebt bepaalt de hoeveelheid glycogeen die in je spieren en lever zijn opgeslagen (elke gram glycogeen bindt 4 gram water aan zich). Je menstruatie cyclus onder andere heeft invloed op water retentie en natuurlijk maakt het ook uit of je net naar de wc bent geweest en of die all-you-can-eat sushi van gisteravond nog in je maag zit. Heb je geen sushi gegeten dan kan het zout uit je maaltijden ook nog impact hebben gehad.
Hoewel je goed je best hebt gedaan, geen rare dingen hebt gegeten en je normale sport ritme hebt vast weten te houden kan het resultaat op de weegschaal tóch teleurstellend zijn. Het menselijk lichaam zit ingewikkelder in elkaar dan we in de gaten hebben en de wetten van moeder natuur zijn niet te tarten.
Wat ik met deze grafiek en artikel wil laten zien is dat er behoorlijk wat fluctuaties kunnen plaatsvinden binnen je lichaamsgewicht. Hoewel het, bij de doelstelling af te vallen, gewenst is dat er elke week gewicht wordt verloren, is dit dikwijls niet het geval. Ondanks dat er minimaal elke 4 weken wel een kleine terugval is geweest of het verlies aan gewicht wat stagneerde, wisten Ingrid en ik dat we goed bezig waren en dat het vooral gaat om succes op lange termijn.
De juiste mindset voor lange termijn succes
Om je motivatie niet te verliezen en/of terug te vallen in verkeerde gewoonten, accepteer dat je niet elke week evenveel zult afvallen. Er is niet perse iets mis met wat je doet en je hebt ook geen ‘moeilijke, trage of eigenwijze stofwisseling’, sommige zaken kun je nou eenmaal niet beïnvloeden.
Zorg voor een doelstelling op de lange termijn en bekijk wat je op korte termijn kunt doen om daar te geraken. Door vast te blijven houden aan je inspanningen en niet bij de pakken neer te zitten blijf je zelf zoveel mogelijk verantwoordelijk houden en zal je uiteindelijk succesvol worden 🙂
Referenties
- Stephen N Kreitzman, An Y Coxon, Kalman F Szaz. Glycogen storage: ilusions of easy weight los, excesive weight regain, and distortions in estimatesof body compositon. Van Staveren WA, Deurenberg P, Burema J, De Groot LC, Hautvast JG
- International Journal of Obesity [1986, 10(2):133-145]
Seasonal variation in food intake, pattern of physical activity and change in body weight in a group of young adult Dutch women consuming self-selected diets.
