Stel je neemt de stap om een sportschool uit te kiezen en te beginnen met fitness of krachttraining. Je stapt daarmee niet alleen in een wereld van positieve energie, groei en zelfontwikkeling, maar je komt daarmee ook in een wereld terecht waar allerlei verschillende termen worden gebruikt. We hebben voor het gemak de meest voorkomende fitness termen voor je onder elkaar gezet, zodat je goed beslagen ten ijs de sportschool kunt betreden.
Calorieen
Wanneer je nu wilt afvallen of wilt groeien in spiermassa, je krijgt altijd te maken met het woord calorieen. Voorop gesteld: calorieen zijn niet die kleine beestjes die snachts je kleren kleiner maken, maar een calorie is een eenheid waar energie in wordt uitgedrukt. Letterlijk is 1 calorie de hoeveelheid warmte die nodig is om 1 gram water met 1 graad te verhogen. Omdat dit erg weinig is kom je vaak ook de term kilocalorie of Kcal tegen.
Cardiotraining
Cardio is een letterlijke vertaling uit de Griekse taal en staat voor Kardia, vertaling: hart. Dit woord geeft al aan dat je met cardiotraining onder andere het hart traint. Cardiotraining wordt voornamelijk ingezet indien je je algehele conditie wilt verbteren of wanneer je gewicht wilt verliezen. Cardiotraining, of kortweg cardio wordt voornamelijk uitgevoerd op de loopband, de fiets, crosstrainer, roeimachine of stairmaster.
Dumbbell
Een dumbbell is feitelijk een kleine staaf met daaraan schijven met geiwcht. Deze worden vaak uitgevoerd vanaf 2kg tot wel 40kg dumbbells. De uitvinder van de dumbbell is Eugene Sandow. Een dumbbell is ontworpen om in een hand te houden, dit in tegenstelling tot de barbell. Een ander woord voor dumbbell is halter.
Barbell
De barbell is een lange staaf waar je schijven met losse gewicht op kunt plaatsen. De barbell heeft zelf vaak ook al aardig wat gewicht, maar met het toevoegen van gewicht middels de schijven kun je de barbell een stuk zwaarder maken. Daarbij is een barbell ontworpen om met 2 handen te gebruiken. Een ander woord voor barbell is ook wel stang.
Machine of fitnesstoestel
Naast de dumbbell en barbell heb je ook de mogelijkheid om op fitness toestellen of machines te trainen. De fitness apparaten simuleren feitelijk de oefeningen die je normaal met losse gewichten zou uitvoeren. Vaak kan de intensiteit bepaalt worden door het gewicht dat je kunt instellen. Trainen op fitness toestellen is vaak veiliger en in het begin zeker aan te raden als je net bent begonnen met fitness.
Reps
Met de dumbbells, barbells of fitness toestellen kun je de reps uitvoeren. Een rep, afkorting voor repetition, is niets meer dan een herhaling van 1 complete oefening. Dus de rep ontsluit de hele beweging van de oefening vanaf start tot eind.
Sets
De verzameling van reps noem je een serie of set. Dit is een optelsom van het aantal reps. Dus stel dat je 10 reps kunt bankdrukken, dan is dat 1 set bankdrukken. Vaak zie je in trainingsschema’s afkortingen staan: bankdrukken 4×10. Dit staat voor 4 sets en 10 reps per set. Dit zijn de meest voorkomende fitness termen waar onduidelijkheid over bestaat.
Pomp
Als je de oefeningen correct en intensief uitvoert kunnen je spieren door toedoen van ophoping van bloed in de spieren een pomp geven. Hierdoor voelen je spieren een stuk massiever omdat de bloed naar je spieren wordt gedrukt.
Trainingsfrequentie
Naast training is rust een erg belangrijk component voor maximale prestaties. De rust tussen twee sets is sterk afhankelijk met welk doel je traint, namelijk als je puur wilt trainen op krachttoename zoals een powerlifter, dan kunnen de rustpauzes tussen de sets wel tot 5 minuten aanhouden. Het advies indien je meer spiermassa wilt opbouwen is dat je maximaal 45 seconden tot 1 minuut pauze neemt tussen de sets. Vaak voel je dit ook wel aan de hand van de verzuring in de spieren. Je wilt je spieren maximaal kunnen belasten, dus mochten je spieren nog niet klaar zijn voor de volgende belasting, neem dan nog een 10 tot 15 seconden extra rust.
1RM
De fitness term 1RM staat voor 1 repetitie maximum. Dit is een indicatie om te meten hoeveel gewicht je maximaal 1 keer, dus 1 rep kunt tillen. Aan de hand van de 1RM kun je vaststellen op welke frequentie maar ook intensiteit iemand kan trainen. Vaak wordt er geadviseerd om op 80% van je 1RM te trainen wanneer je op krachttoename wilt trainen. Een belangrijk onderdeel van het toetsen van je 1RM is de warming up. Zorg ervoor dat je spieren warm zijn, maar niet uitgeput. Anders kan dat de 1RM beinvloeden.
VO2Max
Een andere fitness term vanuit een andere hoek is VO2MAX, wat feitelijk staat voor de maximale zuurstofopname. Aan de hand van de VO2Max kan bepaald worden wat het conditie niveau van een sporter is.
Uithoudingsvermogen
Het uithoudingsvermogen is het vermogen om een langere tijd een lichamelijke inspanning te leveren. Vaak wordt voor het woord uithoudingsvermogen het woord conditie gebruikt, maar dat dekt niet de volledige lading.
Conditie
Het uithoudingsvermogen is maar 1 onderdeel van de conditie. Conditie wordt ook door andere aspecten bepaald zoals: kracht, snelheid, lenigheid en coordinatie. Deze 5 termen bij elkaar heten de grondmotorische eigenschappen.
Intensiteit
De moeite die een complete training jou kost wordt aangeduid met de term intensiteit. Deze wordt vaak bepaald aan de hand van het gewicht of door het aantal herhalingen. Dit is het geval bij krachttraining. Bij cardiotraining wordt de intensiteit aangeduid als een percentage van de maximale hartslag of percentage van de VO2MAX. Zo zijn er dus andere fitness termen voor krachttraining en cardiotraining.
Kracht
De weerstand die een spier of een gehele spiergroep aan kan bij externe belasting wordt verzameld onder de noemer kracht. Er zijn 3 soorten krachten te onderscheiden:
- Concentrische kracht: wanneer je een gewicht optilt dan wordt tijdelijk de spier verkort. Dit noemen we de overwinnende kracht, immers de kracht van de spier overwint het van de zwaartekracht van het gewicht. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de dumbbell curl, wanneer je met de biceps het gewicht naar boven beweegt.
- Excentrische kracht: Wanneer je het gewicht op een gecontroleerde manier naar beneden brengt dan worden de spieren verlengd die bij de ofening betrokken zijn. Deze term noemen we de meegevende kracht. Hetzelfde voorbeeld, als je de dumbbell laat zakken bij de dumbbell curl.
- Statische kracht: Indien het gewicht niet omhoog bewogen wordt of verder zakt dan wordt er gesproken over de statische kracht. Dit is het geval indien je bij de dumbbell curl de dumbbell in een bepaalde hoek voor een aantal seconden kunt vasthouden.