Toegegeven: Het is een beetje een vreemd onderwerp voor een artikel op een website die voornamelijk gaat over afvallen en spiermassa opbouwen. Een verkeerd ideaalbeeld: “Mannen overschatten de mate van gespierdheid die vrouwen aantrekkelijk vinden en vrouwen overschatten de mate van slank zijn die mannen aantrekkelijk vinden.” Dit is echter de uitkomst van een onderzoek (uit de oude doos) uit Amerika uit 2004 van de University of California (1).
Druk van de samenleving
De Amerikanen verwijzen o.a. naar onderzoeken waaruit blijkt dat mensen hun eigen fysieke aantrekkelijkheid vergelijken met idealen die door de samenleving voor hun geslacht gesteld zijn (2).
“Wat mannen voor zichzelf wensen”
Mannen krijgen krijgen volgens de onderzoekers beelden vanuit de media voorgeschoteld die het huidige (Amerikaanse) ideaalbeeld voor de man tonen (1,3,4,5). Na het zien van deze beelden daalt de waardering voor het uiterlijk van het eigen lichaam (2). Hoe meer tijdschriften er gelezen worden over gezondheid en fitness, hoe minder tevreden men is over het eigen lichaam en hoe meer er wordt nagedacht over het gebruik van anabole steroïden (6,7).
Hier voelde ik me aanvankelijk geroepen de kanttekening te plaatsen dat dit natuurlijk relatief is aan het eventuele verschil tussen het voorgeschotelde beeld en het eigen lichaam. Belangrijker nog, of dit verschil positief is of negatief. Zelf ben ik nou niet bepaald jaloers op de meeste mannen die bijvoorbeeld op de voorpagina of in Men’s Health verschijnen. Sterker nog: Ik zou depressief worden als ik op een ochtend wakker zou worden en al m’n spiermassa was als sneeuw voor de zon verdwenen.
Kijk ik echter naar bladen zoals Flex dan heb ik soms wel de gedachte: “Zo wil ik er uit zien!”. Voor mij betekent dat ook niet dat in ongelukkig wordt over mijn eigen lichaam of naar de anabolen grijp omdat ik voor mezelf heb geaccepteerd dat dit voor mij op natuurlijke wijze en zeer waarschijnlijk ook mét anabolen niet haalbaar is. Het zijn immers vaak de top-bodybuilders die hierin staan afgebeeld die genetisch superieur zijn aan de gemiddelde man. Ik ken echter genoeg jongens waarvoor wel geldt dat ze naar anabolen grijpen zodra ze in de sportschool gespierdere jongens zien en ik acht het dan ook aannemelijk dat dit ook geldt voor voorbeelden die ze in dergelijke tijdschriften zien. Voor een Phil Heath echter die zelf hét grote voorbeeld is voor veel bodybuilders zal het moeilijk zijn voorbeelden te vinden van nóg grotere bodybuilders waardoor hij zich onzeker zou voelen.
De onderzoekers onderkennen dit zelf echter ook en hebben daarom ook specifiek gekeken naar het publiek van bodybuild-tijdschriften. Ook zij verwachtten namelijk dat dit publiek het beeld van de “normale” mannenmagazines niet gespierd genoeg zouden vinden en vonden de mening van dit publiek van belang voor de juiste schaalverdeling van mate van gespierdheid (1).
In het algemeen blijkt dat in het geval van de meeste mannen hun eigen ideaalbeeld vrijwel altijd gespierder is dan zijzelf zijn (8,9,10,11,12).
Met andere woorden: Dit is relatief aan het fysiek van de persoon in kwestie, diens ideaalbeeld en het verschil hier tussen. Ben je niet tevreden dan moet je óf van je lui reet afkomen en er wat aan doen óf je doelstellingen bijstellen. Niets nieuws onder de zon wat mij betreft.
Wat ik interessanter vind aan het onderzoek van de Yanks is dat mannen vaak denken een bepaalde mate van gespierdheid te moeten hebben om aantrekkelijk te zijn voor vrouwen terwijl het beeld dat zij hierbij voor ogen hebben voor diezelfde vrouwen té gespierd is. Gregg Valentino, de synthol-junk die zijn armen vol spoot met de olie-achtige substantie waardoor het líjkt alsof je gespierd bent*, ondervond dit bijvoorbeeld wanneer hij een nightclub binnen liep. Van de vrouwen kreeg hij nauwelijks aandacht anders dan: “What a freak!” terwijl de vriendjes van die vrouwen dachten: “Wow!”.
*Overigens trainde hij wel wat niet te vergelijken is met de syntho-sukkels die alleen synthol spuiten en bijvoorbeeld mega-armen hebben op een smurfenlichaam.
“Wat vrouwen van mannen wensen”
Nu is het ook niet zo dat vrouwen niets met spieren hebben. Vrouwen houden, zo blijkt althans uit de door de Amerikanen genoemde onderzoeken, van “bovengemiddeld” gespierde mannen en mannen weten dit (9,11,12). De mate van gespierdheid, wat “bovengemiddeld” inhoudt, lijkt dus echter door mannen te worden overschat.
“Wat vrouwen voor zichzelf wensen”
De onderzoekers keken vervolgens naar het ideale beeld dat vrouwen voor zichzelf hebben. Ze hebben hiervoor zelf geen data verzameld. Er is dus ook niet gekeken hoe slank vrouwen in magazines voor vrouwen enerzijds en voor mannen anderzijds worden afgebeeld en of hier verschil in is. Hierover verwijzen ze alleen naar andere onderzoeken die minder eenduidig zijn. Sommige onderzoeken tonen hetzelfde beeld als bij mannen. Volgens deze onderzoeken overschatten vrouwen de mate van slank zijn die door mannen aantrekkelijk gevonden wordt (13,14,15). Ander onderzoek toont echter aan dat vrouwen hier behoorlijk accuraat in zijn (16). 1-0 voor de vrouwen dus.
Dit laatste verschil zie ik ook in de cultuur van fitness- en bodybuildwedstrijden. Bij de dames zijn er dan wel klassen waarvan sommige mannen zullen zeggen dat ze té gespierd zijn, maar té slank, dat zullen waarschijnlijk weinigen zeggen. Anorexia types kom je op dit podium namelijk nauwelijks tegen omdat het niet door jury’s wordt gewaardeerd.
Van de “omgekeerde anorexia gevallen”, de massa monsters van mannen die droog 120+ kilo wegen en zichzelf nooit groot genoeg vinden, zullen echter de meeste dames zeggen dat ze het niet aantrekkelijk vinden.
“De ideale man volgens mannenbladen”
De onderzoekers vergeleken de “ideale” mate van gespierdheid van mannen zoals afgebeeld in mannenbladen met de “ideale” mate van gespierdheid van mannen zoals afgebeeld in vrouwenbladen. Ze keken naar bladen zoals Cosmopolian, Men’s Health, Men’s Fitness, en Muscle & Fitness. Deze zijn met name gekozen op basis van marktaandeel en daarmee het aantal mensen dat hun voorpagina’s bereiken. Ze keken naar de afbeeldingen op de voorpagina van deze bladen en lieten studenten de mate van gespierdheid scoren (zonder de opzet van het onderzoek te kennen) aan de hand van onderstaande schaalverdeling.
Wat ik allereerst niet snap is dat zij drie mannen tijdschriften tegenover één vrouwenmagazine hebben vergeleken. Hiervoor geven de onderzoekers geen verklaring. Bovendien erkennen ze zelf dat Muscle & Fitness een tijdschrift is dat gericht is op bodybuilders. Ten eerste toont dit verschillen aan in mannenmagazines onderling terwijl niet gekeken is naar vrouwenmagazines onderling. Wellicht zijn er magazines voor vrouwen die gemiddeld meer of juist minder gespierde modellen tonen. Bovendien trekt Muscle&Fitness het gemiddelde omhoog zoals bijvoorbeeld een tijdschrift specifiek voor modellen de gemiddelde mate van slank zijn van de vrouwelijke modellen zou beïnvloeden. Je kan je waarschijnlijk wel voorstellen in welke mate een blad als Flex dit beïnvloed zou hebben. De onderzoekers geven wel aan dat zij meerdere tijdschriften voor mannen wilden bekijken, maar daarbij op het probleem stuiten dat in die bladen niet met vaste regelmaat mannen met ontbloot bovenlijf werden afgebeeld, anders dan in reclames voor supplementen. Vervolgens zeggen ze dat ze daarom alleen naar Men’s Health en Men’s Fitness, waarbij Muscle&Fitness opeens niet meer genoemd wordt.
Hoe dan ook, zelfs als je de cijfers van Muscle&Fitness buiten beschouwing zou laten, is duidelijk dat de mannen in de mannenbladen gespierder zijn dan in de damesbladen.
De onderzoekers vergeleken deze cijfers ook met de resultaten van een eerder door hen gedaan onderzoek (9). In dat onderzoek werd 124 vrouwen in “college-leeftijd” gevraagd naar de ideale musculariteit van mannen volgens dezelfde schaalindeling zoals hierboven weergegeven. Het kan immers zo zijn dat de damesbladen het verkeerd inschatten en vrouwen mannen eigenlijk liever gespierder hebben dan afgebeeld in deze bladen. Dit blijkt wel het geval, maar het maakt nog steeds niet het verschil goed tussen wat mannen aan gespierdheid wensen en de gespierdheid die vrouwen graag in mannen zien. De vrouwen werd gevraagd wat zij aantrekkelijk vonden in mannen voor een kortdurende seksuele relatie (om wensen om vermogendheid, betrouwbaarheid etc. uit te sluiten). De vrouwen gaven hiervoor een gemiddelde score van 4.49. Hoger dus dan afgebeeld in Cosmopolitan, maar nog steeds lager dan in mannenbladen.
Wie heeft de grootste?
Ook op een ander punt waar ik zelf mee zat bij het lezen van de onderzoekstekst tot nu toe, gaan de onderzoekers in. Ik zat namelijk met de gedachte dat mannen dit niet alleen voor vrouwen doen. En hiermee verwijs ik niet naar de onjuiste, maar desalniettemin, grappige uitdrukking: “80% of women don’t like bodybuilders. 80% of bodybuilders don’t like women”.
Mannen hebben nu eenmaal de neiging bezig met het spelletje te zijn van wie de grootste heeft. Of het nu gaat om penisformaat, type auto, huis, baan of bankrekening en dus ook lichaam. Velen zullen het gevoel hebben aan de meeste van deze punten geen verbetering aan te kunnen brengen. Anders waren we allemaal miljonair, woonden we allemaal in riante vila’s en was mijn formaat het gemiddelde in plaats van de huidige 15 cm. Naar de sportschool gaan, trainen en door middel van de juiste voeding je lichaam transformeren, is voor velen het enige waarop ze wel controle kunnen uitoefenen. En laten we eerlijk wezen: Iedere man die het gevoel kent voor de meesten in de sportschool hét voorbeeld te zijn, weet hoe lekker dit voelt. “Maak jij maar indruk wanneer je in je Porsche stapt, ik maak indruk wanneer ik uit m’n kleren stap”.
Ook op dit punt hadden de onderzoekers hetzelfde inzicht. Ze verwijzen naar andere onderzoeken waarin de competitie tussen mannen onderling en vrouwen onderling (lichaamsvet, omvang van billen en borsten) zijn onderzocht (17,18). Uiteindelijk zou ook dit toch gericht zijn op aantrekkelijkheid voor het andere geslacht. Gespierdheid zou historisch gezien bijvoorbeeld een teken zijn voor de mate van succes bij jagen en in de strijd (9). Door bepaalde kenmerken teveel te benadrukken binnen het geslacht (“Physical Trait Overvaluation Hypothesis”), zoals tijdschriften voor mannen dus die gespierdheid benadrukken, zou het verschil ontstaan tussen wat het geslacht zelf als gewenst ziet en wat het andere geslacht daadwerkelijk aantrekkelijk vind.
Verschillen per land en etniciteit
Mensen van mijn generatie en ouder denken misschien ook aan David Bowie’s lied:” This is not America”. Wie zegt immers dat wij hetzelfde beeld hebben over het ideale beeld als Amerikanen? Sterker nog, wie zegt dat Amerikanen onderling hetzelfde ideaalbeeld hebben? De onderzoeken die het “Amerikaanse” ideaalbeeld van de superdunne vrouw bevestigen, zijn namelijk overwegend onder Amerikaanse vrouwen van Europese komaf gehouden (19). Als er wordt gekeken naar de visie van Latijns-Amerikaanse vrouwen in de V.S. dan blijken deze dit beeld niet altijd te delen en dan ook minder snel ontevreden zijn over het eigen lichaam door de beeldvorming in de media (20,21). Ander onderzoek toont dan ook aan dat onder Latina’s eetstoornissen zoals overmatig eten vaker voorkomen dan anorexia en boulimia (22). Eenzelfde verschil zie je tussen Afro-Amerikaanse vrouwen en blanke Amerikaanse vrouwen (23 tm 27). Het is een welbekend en dus niet geheel onterecht stereotype beeld dat zwarte vrouwen van wat meer booty houden dan blanke vrouwen. Dat dit (stereotype) beeld niet beperkt is tot vrouwen blijkt onder andere uit films als “Alleen nette mensen” waarin dit verschil overdreven benadrukt wordt.
Verschillende ideaalbeelden voor spiermassa per land
In een onderzoek waarin het ideaalbeeld voor mannen tussen drie verschillende landen werd bekeken, werd duidelijk dat op het gebied van spiermassa significante verschillen zijn (12). Mannen uit de V.S., Oostenrijk en Frankrijk werd o.a. gevraagd naar hun ideale lichaamsbeeld wat betreft vet- en spiermassa. Wat betreft vetmassa zagen ze weinig verschillen tussen de drie landen. Wat betreft spiermassa echter, waren de verschillen groot en significant. Zo bleken Oostenrijkers aan minder spiermassa behoefte te hebben de Franse mannen en Franse mannen op hun beurt minder behoefte aan spiermassa te hebben dan Amerikaanse mannen. Voor allen gold overigens ook in dit onderzoek dat dit veel meer spiermassa was dan wat vrouwen graag in mannen zagen.
Modest differences were found between the men’s measured fat and the fat of the images chosen. However, measures of muscularity produced large and highly significant differences.
H.G. Pope, Harvard Medical School
Ook in de weergave van mannen in tijdschriften kan je deze verschillen tussen landen tegenkomen. Onlangs gaf Men’s Health aan dat Buildmybody voor hun smaak teveel op bodybuilders was gericht. Ik stuurde vervolgens een foto van een cover van Men’s Health terug om aan te tonen dat ik deze opmerking vreemd vond omdat het model op deze cover duidelijk aan bodybuilding deed (zie afbeelding rechts). Hun reactie was dat dit een Britse uitgave was en dat deze meer hardcore was dan de Nederlandse. Een blik werpend op de Nederlandse covers bleek dit inderdaad het geval te zijn (zie Nederlandse Men’s Health cover bovenin het artikel en zoek de verschillen). De gemiddelde Nederlander is dus blijkbaar gewoon een beetje een watje en te lang in het metro-man-tijdperk blijven hangen.
Conclusie: “Mag het iets meer of minder zijn?”
Tja, wat moet je hier nu als conclusie aan verbinden?
Dat mannen gemiddeld genomen, wat vrouwen betreft, dus gespierder mogen zijn dan nu het geval is, maar niet zo gespierd als in veel bladen wordt afgebeeld.
Dat vrouwen soms ook overschatten hoe slank mannen ze graag zien, maar dit in het algemeen aardig goed inschatten.
Voor de meesten is deze misinterpretatie van wat het andere geslacht echt wilt een luxe probleem omdat ze nog een lange, lange weg te gaan hebben voordat ze überhaupt in de buurt komen van wat het andere geslacht graag ziet, laat staan wat ze zelf graag zien.
Deze kennis is dan ook vooral van belang voor de veel kleinere groep. De elite die zelf onderwerp zou kunnen zijn van de foto’s op tijdschriften en zelf het voorbeeld stelt dat voor velen onhaalbaar is. Die selecte groep zou zich eventueel kunnen afvragen of ze niet zijn doorgeschoten in hun doelstellingen. De bodybuilder in mij zegt dan: “Lekker boeiend”. Eenmaal gewend aan de behaalde fysiek dat het resultaat is van doelstellingen die je jezelf hebt opgelegd, is er wel wat meer voor nodig om hier vanaf te stappen dan het gegeven dat het voor sommige dames wel wat minder gespierd mag zijn. De meesten hebben immers ook genoegen genomen met een man die een stuk minder gespierd is dan zij graag hadden willen zien. Dan sta ik liever aan de andere kant van de streep!!
Dat zelfde geldt waarschijnlijk ook voor de meeste dames. Vraag ze of ze liever een kilootje meer of minder zouden willen hebben dan hetgeen mannen mooi vinden. Ik denk dat ik het antwoord dan wel weet.
Uiteindelijk is het belangrijkste wat jijzelf vind.
Referenties
- David A. Frederick *, Daniel M.T. Fessler, Martie G. Haselton. Do representations of male muscularity differ in men’s and women’s magazines? Body Image 2 (2005) 81–86
- Thompson, J. K., Heinberg, L. J., Altabe, M., & Tantleff-Dunn, S. (1999). Sociocultural theory: The media and society. In J. K. Thompson (Ed.), Exacting beauty: Theory, assessment, and treatment of body image disturbance (pp. 85–124).
- Leit, R. A., Pope, H. G., & Gray, J. J. (2001). Cultural expectations of muscularity in men: The evolution of playgirl centerfolds. International Journal of Eating Disorders, 29, 90–93.
- Pope, H. G., Olivardia, R., Borowiecki, J. B., & Cohane, G. H. (2001). The growing commercial value of the male body: A longitudinal survey of advertising in women’s magazines. Psychotherapy and Psychosomatics, 70, 189–192.
- Pope, H. G., Olivardia, R., Gruber, A., & Borowiecki, J. (1999). Evolving ideals of male body image as seen through action toys. International Journal of Eating Disorders, 26, 65–72.
- Botta, R. A. (2003). For your health? The relationship between magazine reading and adolescents’ body image and eating disturbances. Sex Roles, 48, 389–399.
- Morry, M. M., & Staska, S. L. (2001). Magazine exposure: Internalization, self-objectification, eating attitudes, and body satisfaction in male and female university students. Canadian Journal of Behavioural Science, 33, 269–279.
- Buchanan, G. M., Frederick, D. A., & Friedman, M. A. (2005). Preoccupation with body fat among heterosexual and homosexual males.
- Frederick, D. A., & Haselton, M. G. (2003). Muscularity as a communicative signal. Paper presentation at the International Communications Association, San Diego, CA.
- Lynch, S. M., & Zellner, D. A. (1999). Figure preferences in two generations of men: The use of figure drawings illustrating differences in muscle mass. Sex Roles, 40, 833–843.
- Olivardia, R., Pope, H. G., Borowiecki, J. J., & Cohane, G. H. (2004). Biceps and body image: The relationship between muscularity and self-esteem, depression, and eating disorder symptoms. Psychology of Men and Masculinity, 5, 112–120.
- Pope, H. G., Gruber, A. J., Mangweth, B., Bureau, B., deCol, C., Jouvent, R. et al. (2000). Body image perception among men in three countries. American Journal of Psychiatry, 157, 1297–1301.
- Cohn, L. D., & Adler, N. E. (1992). Female and male perceptions of ideal body shapes: Distorted views among Caucasian college students. Psychology of Women Quarterly, 16, 69–79.
- Fallon, A. E., & Rozin, P. (1985). Sex differences in perceptions of desirable body shape. Journal of Abnormal Psychology, 94, 102–105.
- Jacobi, L.,& Cash, T. F. (1994). In pursuit of the perfect appearance: Discrepancies among self-ideal percepts of multiple physical attributes. Journal of Applied Social Psychology, 24, 379–396.
- Tovée, M. J., & Cornelissen, P. L. (2001). Female and male perceptions of female physical attractiveness in front-view and profile. British Journal of Psychology, 92, 391–402.
- Buss, D. M. (1998). Sexual strategies theory: Historical origins and current status. Journal of Sex Research, 35, 19–31.
- Jones, D.M. (1996). Physical attractiveness and the theory of sexual selection: Results from five populations. Ann Harbor, MI: University of Michigan Press.
- Ceballos N, Czyzewska M. Body image in Hispanic/Latino vs. European American adolescents: implications for treatment and prevention of obesity in underserved populations. J Health Care Poor Underserved. 2010 Aug;21(3):823-38. doi: 10.1353/hpu.0.0333.
- Ricciardelli LA, McCabe MP, Williams RJ, et al. The role of ethnicity and culture in body image and disordered eating among males. Clin Psychol Rev. 2007 Jun;27(5): 582–606.
- Altabe M. Ethnicity and body image: quantitative and qualitative analysis. Int J Eat Disord. 1998 Mar;23(2):153–9.
- Alegria M, Woo M, Cao Z, et al. Prevelance and correlates of eating disorders in Latinos in the United States. Int J Eat Disord. 2007 Nov;40 Suppl:S15–21.
- Riley NM, Bild DE, Cooper L, et al. Relation of self-image to body size and weight loss attempts in black women: The CARDIA Study. Am J Epidemiol 1998;148:1062–8.
- Smith DE, Thompson JK, Raczynski JM, et al. Body image among men and women in a biracial cohort: The CARDIA Study. Int J Eat Disord 1999;25:71–82.
- Bowen DJ, Tomoyasu N, Cauce AM. The triple threat: a discussion of gender, class, and race differences in weight. Women Health 1991;17:123–43.
- Cachelin FM. Ethnic differences in body-size preferences: myth or reality?Nutrition 2001;17:353–4.
- Parnell K, Sargent R, Thompson SH, et al. Black and white adolescent females’ perceptions of ideal body size. J Sch Health 1996;66:112–18.