Cable woodchopper
De Cable woodchopper richt zich vooral op de obliquus (binnenste en buitenste). Deze spieren aan de zijkant van de buik zorgen voor rotaties van de romp en het rechttrekken van de romp vanuit zijwaarts gekantelde positie (lateroflexie van de wervelkolom). In deze oefening train je deze dus door de functie van rotatie uit te oefenen. Het gebruik van de kabels zorgt voor een makkelijke manier om weerstand toe te voegen aan de oefening.
De rechte buikspier, de dwarse buikspier en de erector spinae hebben in deze oefening vooral een stabiliserende functie.
Cable woodchopper
Actieve spieren:
- Obliquus externus abdominis (buitenste schuine buikspier)
- Obliquus internus abdominis (binnenste schuine buikspier)
Stabiliserend:
- Musculus transversus abdominis (dwarse buikspier, of ‘korset spier’)
- Rectus abdominus (rechte buikspier)
- Erector spinae
Uitvoering:
- Ga staan in het kabelrek, iets achter de denkbeeldig lijn tussen beide kabels. Hou beide benen licht gebogen.
- Plaats de katrol op borsthoogte of iets lager en bevestig een enkelvoudige greep.
- Pak met beide handen de handgreep. Je meeste lichaamsgewicht (ongeveer 70%) rust op het been dat het dichtstbij de kabel is.
- Zorg dat de afstand zo is dat er nog spanning op de kabel staat wanneer je richting de kabel gedraaid bent met beide armen gestrekt. Dit is je startpositie.
- Breng de kabel voor je langs naar de andere kant van je lichaam.
- Breng de kabel gecontroleerd terug naar de startpositie
Opmerkingen:
De cable woodchopper kan op verschillende manieren worden uitgevoerd.
De bewegingsbaan kan horizontaal zijn, maar ook diagonaal en kan op verschillende hoogtes worden ingezet. Daarnaast kan geprobeerd worden de oefening zou geïsoleerd mogelijk uit te voeren door alleen vanuit de middel te draaien en de benen zo min mogelijk in te zetten. Ook het benadrukken of juist verwaarlozen van het excentrische gedeelte van de oefening (de weg terug) kan een keuze zijn.
De gekozen uitvoering hangt af van het doel. Normaal gesproken zou je voor spierkracht of -massa van een specifieke doelgroep kunnen kiezen voor een geïsoleerde uitvoering. Je kunt je afvragen of meer spiermassa van de spieren in de zij een veelvoorkomend doel is. De omtrek van de middel wordt hierdoor immers groter. Het ontwikkelen van kracht in deze belangrijke spieren van de core zal vaker de reden zijn. ‘Kracht’ moet in dit opzicht vooral functioneel ingevuld worden. Afhankelijk van welke functie verbeterd moet worden, kan de oefening gericht worden uitgevoerd.
In de meeste gevallen zal dit betekenen dat het juist wenselijk is de beweging in te zetten met de benen. Met name het been dat het dichtstbij de kabel is. Ook de hoogte van kabel, de hoogte waarmee de oefening wordt ingezet, en de hoogte van het eindpunt kunnen worden ingevuld op basis van een specifiek doel. Dit geldt tenslotte ook voor de snelheid waarmee de oefening wordt ingezet. Dit kan explosief met zoveel mogelijk acceleratie of iets langzamer worden uitgevoerd met meer nadruk op weerstand.