Onderzoeken tonen aan dat massage na training spierpijn verlaagt. De opzet van vrijwel al deze onderzoeken laat echter te wensen over waardoor zekerheid over deze effecten uitblijft.
Meer spierkracht na massage
Aanleiding voor dit artikel is een nieuw onderzoek dat ik onder ogen kreeg. Binnenkort verschijnt in de Journal of Strength and Conditiong Research een onderzoek waaruit blijkt dat het masseren van de kuitspieren, na een training die heeft geleid tot spierschade, zorgt voor meer spierkracht en betere sportieve prestaties [1].
These findings suggest that massage of the gastrocnemius after EIMD can improve muscle strength and proprioception* by influencing the superficial layer of the gastrocnemius.
-Mal-Soon Shin, Kyungnam University
Onderzoekers uit Zuid-Korea wilden weten wat het effect is van massage op de spierschade die door training wordt veroorzaakt, ook wel Exercise-Induced Muscle Damage (EIMD) genoemd. Deze spierschade veroorzaken we meestal bewust in de verwachting dat het herstel van de schade de spier sterker maakt [2,3,4]. Gedurende dit herstel zijn prestaties meestal juist slechter doordat de spierkracht is verlaagd en we te maken krijgen met een ontstekingsreactie en spierpijn (Delayed Onset Muscle Soreness, DOMS) [5,6].
Om spierpijn in de grote, bovenste kuitspier (gastrocnemius) te veroorzaken, lieten de onderzoekers de deelnemers twintig keer de trappen van een gebouw van vijf etages op- en aflopen. Hierna werden de deelnemers in twee groepen verdeeld waarbij één groep een massage voor de kuiten kreeg en de andere groep niet. Voor en na het traplopen (en evt. de massage) keken ze o.a. naar verschillen in de mate waarin de spier geactiveerd werd (spieractivatie), of er meer of minder spierpijn kon worden verwacht (door melkzuur te meten) en wat de invloed op zogenaamde “proprioceptie” was.
Proprioceptie
Spierpijn zorgt er onder andere voor dat de zogenaamde proprioceptie vermindert. Proprioceptie is het vermogen om de positie van het eigen lichaam en de verschillende onderdelen hiervan (ten opzichte van elkaar) in te schatten. “Hand-oog coördinatie” is hier een voorbeeld van, maar feitelijk betreft het elke ruimtelijke inschatting van waar de verschillende onderdelen van je lichaam zich bevinden en in welke richting en met welke snelheid deze bewegen. Het niet aan kunnen raken van de neus met de vinger tijdens dronkenschap is een voorbeeld van wanneer deze proprioceptie niet werkt. Je kunt je misschien voorstellen hoe belangrijk dit inzicht is tijdens alledaagse bewegingen, maar ook tijdens sport.
Spierpijn vermindert deze proprioceptie doordat de getroffen spieren als het ware niet meer optimaal “aangevoeld” kunnen worden. De Koreaanse onderzoekers stelden vast dat massage na een krachttraining die tot spierschade heeft geleid (welke vervolgens weer tot spierpijn heeft geleid) ervoor zorgt dat deze proprioceptie minder verlaagd wordt.
Hiervoor moesten de deelnemers inschatten in welke hoek hun voet stond van hun onderbeen én in welke hoek hun onderbeen stond ten opzichte van het bovenbeen. Hoe kleiner het verschil tussen de ingeschatte hoek en de daadwerkelijke hoek, hoe beter de proprioceptie. Dit verschil bleek dus kleiner na massage.
Op basis hiervan stellen de onderzoekers dat prestaties verbeterd worden. Hierover heb ik zo mijn twijfels omdat die aanname alleen gebaseerd is op de inschatting van de hoek van de enkel of de knie. Of dit daadwerkelijk effect heeft of prestaties en de mate waarin is natuurlijk maar de vraag. Vooral als we het hebben over krachtsporten in plaats van bijvoorbeeld balsporten.
Ruimtelijke inschatting en de exacte hoek van de pols is bijvoorbeeld bij tennis veel belangrijker om de bal precies over het net te laten vliegen en op de baseline te laten landen dan het is om te bankdrukken.
Spieractivatie
Daarnaast keken de onderzoekers naar spieractivatie, de relatieve mate waarin een spier wordt ingezet ten opzicht van maximale inzet. Ze maten dit met behulp van EMG in zowel de binnenkant als de buitenkant van de gastrocnemius.
De onderzoekers concluderen dat de activatie hoger is wanneer er is gemasseerd. In de grafiek rechts(boven) blijkt echter dat dit afhankelijk was van op welke locatie was gemeten (“experimental” is de groep die gemasseerd werd). Zo eenduidig vind ik dit resultaat dus niet.
Spierpijn en melkzuur
Voor dit artikel ben ik dus echter vooral geïnteresseerd in de eventuele invloed op spierpijn.
Spierpijn probeerden de onderzoekers objectief te meten door te kijken naar de hoeveelheid melkzuur in het bloed, een indicator van spierschade en mogelijk te verwachten spierpijn.
In de grafiek rechts is te zien dat zowel met of zonder massage de hoeveelheid melkzuur na het traplopen in beide gevallen in dezelfde mate verhoogd werd. De onderzoekers concluderen dan ook dat de massage geen effect heeft op de (te verwachten) spierpijn.
Spierpijn kan echter meer indicatoren hebben dan melkzuur (bijvoorbeeld hoeveelheid creatine kinase).
Effect van massage op spierpijn (7 onderzoeken)
Met één onderzoek is bovendien niet alles gezegd over het effect van massage op spierpijn. Reden dus om de overige literatuur er nog eens op na te slaan.
Hoewel het vaak een teken is van een zware training en daarom vaak juist gewaardeerd wordt als teken van je inzet, kunnen er redenen zijn om geen spierpijn te willen voelen. Je kan bijvoorbeeld gewoon een watje zijn en niet tegen pijntjes kunnen. Als “echte” sportman kan je spierpijn echter ook onwenselijk vinden wanneer je op dat moment bijvoorbeeld een wedstrijd moet spelen en er nu pas achterkomt dat die training van eergisteren blijkbaar toch te intensief was. Je kan ook simpelweg weer willen trainen en je daarbij geremd voelen door de spierpijn (terwijl dit juist een teken is dat je herstel nog niet volledig is).
Vandaar dat toch diverse onderzoeken zijn verricht om aan te tonen of massage hier iets tegen kan doen. Uit deze onderzoeken blijkt o.a. dat massage [7,8,9,10]:
- De lokale doorbloeding verbetert
- Zorgt voor betere doorstroom van lymfevocht
- Zorgt voor lagere productie van oedeem (ophoping van lymfevocht)
- De spierspanning in rust verlaagt
Willen we weten wat dit daadwerkelijk met spierpijn doet dan kunnen we kijken naar een zevental onderzoeken die in dit opzicht zijn verzameld door een onderzoeker ter onderlinge vergelijking [11].
Onderzoek 1: “Minder pijn, maar niet significant. Betere afvoer creatine kinase”
Onderzoek uit Duitsland toonde verbeterde afvoer van de afvalstof creatine kinase [12]. De gevraagde pijnscore was lager na massage, maar het verschil was te klein voor statistische significantie (verschil kon dus door toeval veroorzaakt zijn). De kans op toeval was bovendien nog groter door het kleine aantal mensen dat deelnam aan het onderzoek en het feit dat deelnemers niet “random” aan de controlegroep of experimentele groep werden toegewezen.
Onderzoek 2: “Geen verschil in spierpijn gemasseerd been ten opzichte van niet-gemasseerd been”
In een anderzoek moesten deelnemers knee-extensions doen (of “leg extensions”)[13]. Het waren ongetrainde mensen met zittend werk die dus al snel spierpijn zouden krijgen. Na de training werd één been gemasseerd. De spierpijn werd na 24, 48 en 72 uur gemeten. Tussen het gemasseerde been en het niet-gemasseerde been was geen significant verschil in spierpijn.
Onderzoek 3: “Massage na hardlopen verlaagt spierpijn en melkzuur”
Het derde onderzoek zag wel effect van massage op spierpijn [14]. Na het hardlopen werden atleten verdeeld in drie groepen: 1- na training niets doen 2- na training gemasseerd 3- na training een cooling down. De groep die gemasseerd werd, had het minst last van spierpijn, bovendien daalde melkzuur het snelst. Van een “groep” kan je echter niet bepaald spreken als het gaat over slechts drie mensen. Het hele onderzoek bestond namelijk slechts uit negen mensen die dus ook nog eens over drie groepen verdeeld moesten worden. De kans dat individuele verschillen een rol spelen, is daarmee te groot om de conclusie heel serieus te nemen.
Onderzoek 4: “Eenmalige massage geen effect op spierkracht en spierpijn”
Het waren al wat meer deelnemers in het vierde onderzoek maar eigenlijk nog steeds te weinig, namelijk 16 man [15]. Ook deze werden verdeeld in drie groepen, ditmaal na het doen van leg-extensions: 1- na training niets doen 2- massage 3- na training placebo massage (massage zonder druk).
De massage had in dit onderzoek geen effect op spierpijn en spierkracht.
Onderzoek 5: “Minder spierpijn door massage, warming-up en cooling down”
Dit onderzoek ben ik al eens tegengekomen toen ik voor een artikel wilde uitmaken of een warming up de kansen op spierpijn verlaagt [16,17]. Toen had ik precies hetzelfde probleem. Uit het onderzoek bleek dat het doen van een warming up, massage én stretchen de spierpijn na training van de onderarmen verlaagt. Omdat al deze methoden door één groep zijn gedaan, kan je op geen enkele manier afleiden welke actie voor de verlaagde spierpijn verantwoordelijk was en in welke mate.
Natuurlijk zijn hier dan wel weer 50 deelnemers voor gebruikt. Faalt het onderzoek op het ene punt niet dan faalt het wel op het andere.
Onderzoek 6: “Minder spierpijn na half uur massage”
Want daar ging het ook hier weer mis, weinig deelnemers, te weten 19 ongetrainde mannen [18]. Zij werden na een bovenarm training een half uur gemasseerd of kregen rust. De groep die gemasseerd werd, had minder last van spierpijn en minder van de afvalstof creatine kinase in hun bloed.
Onderzoek 7: “Minder spierpijn in gemasseerde been 48 uur na beentraining”
In het laatste onderzoek tenslotte werden ook slechts negen deelnemers gebruikt. Deze trainden beide benen waarop één been werd gemasseerd en het andere niet. Na 48 uur leverde het gemasseerde been minder spierpijn op, na 96 uur was er geen verschil meer. Behalve dat er maar negen mensen deelnamen, gaat deze opzet er vanuit dat de effecten van een massage lokaal optreden. Dit staat helemaal niet vast. Indien de effecten bijvoorbeeld met het zenuwstelsel te maken hadden dan zou het niet-gemasseerde been ook profiteren van de massage.
Conclusie: Masseren verlaagt waarschijnlijk spierpijn
Sommige onderzoeken tonen geen effect aan van masseren op spierpijn, maar de algemene trend van de onderzoeken doet dit toch vermoeden. Gezien de beperkte opzet van vrijwel al deze onderzoeken, dient dit toch nog beter onderzocht te worden ter bevestiging. Ook dient meer onderzoek verricht te worden waaruit moet blijken hoe massage dit effect teweeg brengt.
In conclusion, even though massage has some potential in reducing the symptoms of DOMS, its effectiveness has not been demonstrated convincingly. A definitive study seems to be warranted.
-E. Ernst, University of Exeter
Referenties
- Shin MS, Sung YH. EFFECTS OF MASSAGE ON MUSCULAR STRENGTH AND PROPRIOCEPTION AFTER EXERCISE-INDUCED MUSCLE DAMAGE. J Strength Cond Res. 2014 Sep 15. [Epubahead of print] PubMed PMID: 25226328.
- Deschenes, MR, Brewer, RE, Bush, JA, McCoy, RW, Volek, JS, and Kraemer, WJ. Neuromuscular disturbance outlasts other symptoms of exercise-induced muscle damage. J
Neurol Sci 174: 92-99, 2000. - Eston, R, Byrne, C, and Twist, C. Muscle function after exercise-induced muscle damage: considerations for athletic performance in children and adults. J Exerc Sci Fit 1: 85-96, 2003.
- Torres, R, Ribeiro, F, Alberto, Duarte J, and Cabri, JM. Evidence of the physiotherapeutic interventions used currently after exercise-induced muscle damage: systematic review and metaanalysis. Phys Ther Sport 13: 101-114, 2012.
- Proske, U, and Morgan, DL. Muscle damage from eccentric exercise: mechanism, mechanical signs, adaptation and clinical application. J Physiol 537: 333-345, 2001.
- Guilhem, G, Hug, F, Couturier, A, Regnault, S, Bournat, L, Filliard, JR, and Dorel, S. Effects of air-pulsed cryotherapy on neuromuscular recovery subsequent to exercise-induced muscle damage. Am J Sports Med 41: 1942-1951, 2013.
- Cafarelli E, Flint F. The role of massage in preparation for and recovery from exercise: a review. Sports Med 1992;14:1–9.
- Callaghan MJ. The role of massage in the management of the athlete: a review. Br J Sports Med 1993;27:28–33.
- Ernst E, Fialka V. The clinical eVectiveness of massage therapy: a critical review. Forschende Komplementärmedizin 1994;1:226–32.
- Goats GC. Massage: the scientific basis of an ancient art. Br J Sports Med 1994;28:153–6.
- E. Ernst. Does post-exercise massage treatment reduce delayed onset muscle soreness? A systematic review. Br J Sports Med. Sep 1998; 32(3): 212–214.
- Eltze C, Hildebrandt G, Johanson M. Über die Wirksamkeit der Vibrationsmassage beim Muskelkater. Zeitschrift für Physikalische Medizin und Klimatologie 1982;11:366–370.
- Wenos JZ, Brilla LR, Morrison MJ. EVect of massage on delayed onset muscle soreness. Med Sci Sports Exerc 1990;22:534
- Bale P, James H.Massage, warmdown and rest as recuperative measures after short term intense exercise. Physiotherapy in Sport 1991;13:4–7.
- Ellison M, Goerhrs C, Hall L, et al. Effect of retrograde massage on muscle soreness and performance.Phys Ther 1992;72:100.
- Rodenburg JB, Steenbeek P, Schiereck P, et al. Warm-up,stretching and massage diminish harmful effects of eccentric exercise. Int J Sports Med 1994;15:414–19.
- Buildmybody.nl/de-werking-van-spieren-en-spiergroei-a-z-deel-iv-warming-up/
- Smith LL, Keating MN, Holbert D, et al. The effects of athletic massage on delayed onset muscle soreness, kinase, and neutrophil count: a preliminary report. JOSPT 1994;19:93–9.
- Tiidus PM, Shoemaker JK. Effleurage massage, muscle blood flow and long-term post-exercise strength recovery.Int J Sports Med 1995;16:478–83.