Kinderen gewicht, gewicht kinderen. Er is ontzettend veel discussie over wat nu een gezond gewicht zou zijn voor onze kinderen en welke factoren daar een invloed op kunnen spelen. Omdat we al regelmatig onderwerpen hebben geschreven over fit worden en op gewicht komen voor volwassenen, besteden we in dit artikel meer aandacht aan het onderwerp: gezond gewicht voor kinderen. Dit doen we aan de hand van een aantal wetenschappelijke onderzoeken.
Gewicht kinderen voor 40% bepaald door ouders
Recent onderzoek heeft aangetoond dat het gewicht van kinderen voor 40% door het gewicht van de ouders wordt bepaald. Het verband is het grootst in kinderen met een hoge BMI.
Onderzoekers van de universiteit van Sussex en de London School of Economics vergeleken de BMI van 100.000 kinderen en hun ouders uit zes verschillende landen. Hierdoor konden ze ook rekening houden met de verschillende mate van ontwikkeling en verschillen in voedingspatroon.
Voedingspatroon bleek een betrekkelijk lage invloed te hebben terwijl vooral het gewicht van ouders dus een grote rol speelde. Per ouder zou deze invloed gemiddeld zo’n 20% bedragen. Wel viel op dat deze invloed vooral groot was in het geval het kind (en dus in veel gevallen de ouders) een hoog BMI heeft.
Zure appel
Leuk, maar wat heb je aan deze informatie? Eerder onderzoek heeft aangetoond dat het bijvoorbeeld weinig zin heeft om als ouder heel veel te gaan sporten voor je kinderen krijgt. Dit zou eerder de kans verhogen dat je aan de genen die je meegeeft aan je kind de boodschap geeft dat het ‘efficiënter met energie moet omgaan’ en dus meer buikvet opslaat.
Zit overgewicht in de familie dan voorkom je het doorgeven hiervan dus alleen dus kritischer te daten en hopen dat je date niet beter weet.
Sportieve papa krijgt kind met overgewicht
Als je wil weten wat er in het lichaam gebeurt dan moest je vorige week eigenlijk in Phoenix, Arizona zijn. Daar vond voor de zevende keer de American Physiological Society’s Integrative Biology of Exercise meeting plaats. Heel veel slimme mensen die iedere vier jaar bij elkaar komen om te vertellen en te vernemen wat er de afgelopen jaren ontdekt is. Een van die mensen is Alexander Murashov, docent fysiologie aan de universiteit van East Carolina.
Er is veel onderzoek verricht naar het verband tussen de lifestyle van de moeder voor het verwekken van het kind en de gezondheid van dit kind. Iets waar ik op deze site dan ook nog aandacht aan moet besteden (eerder schreef ik wel uitgebreid over trainen tijdens en na de zwangerschap, maar niet ervoor). Murashov en zijn collega onderzoekers waren echter benieuwd naar het verband tussen de activiteiten van de vader voor het verwekken van het kind en de gezondheid van het kind[1].
Ze lieten mannelijke ratten 12 weken trainen. Met trainen neem ik aan de ratten dagelijks een bepaalde tijd in een tredmolen renden en niet bijvoorbeeld borst-biceps op de maandag trainden, beginnend met een chestpress. Omdat ik dat beeld echter wel grappig vind, noem ik deze groep de gymrats. Vervolgens keken ze naar de effecten in het nageslacht van deze gymrats en vergeleken deze met het nageslacht van niet getrainde ratten.
Nageslacht van sportieve papa verbrandt minder calorieën
De resultaten waren verassend. Het nageslacht van de gymrats bleek in staat te zijn om “efficiënter” calorieën te verbranden. Dat klinkt misschien positief. Dat is ook positief, als je bijvoorbeeld neerstort in de woestijn of aanspoelt op een onbewoond eiland. Niet als je een sixpack wilt. Efficiënter houdt in dit geval in dat er minder calorieën worden verbrandt. Wanneer beide groepen een dieet hoog in vetten kreeg, bleken de kinderen van de gymrats een hoger gewicht en vaker overgewicht te hebben. Ook hadden ze een verlaagde glucose tolerantie en hogere niveau’s insuline.
Technische gesproken: de onderzoekers onderzochten het sperma van de gymrats en ontdekten dat de expressie van bepaalde genen en miRNA was aangepast in het nageslacht. “Een reactie op de uitdagingen gevormd door de omgeving van de vaders”, zo schrijven de onderzoekers.Verassend, maar ergens toch ook erg logisch. Vervang de rat door een marathonloper die iedere dag traint. Iedere dag worden grote hoeveelheden calorieën verbruikt. Op de een of andere manier wordt deze informatie doorgegeven aan de volgende generatie. Een beetje als een pitcrew die merkt dat ze iedere race vaker moeten tanken dan de tegenstanders en het volgende raceseizoen terugkomen met een auto die minder brandstof verbruikt.
Fuck Darwin
Het is weer een voorbeeld van evolutie in uw nadeel.We hebben al ervaring met de nadelen van “een te trage evolutie”. Onze lichamen zetten nog steeds koolhydraten en vetten om in lichaamsvet denkend dat we deze opslag nodig hebben wanneer we al 130 kilo+ wegen. Ik snap dat je daar niet blij mee bent als gemiddelde westerling voor wie het een grotere uitdaging is een maaltijd over te slaan dan de volgende maaltijd te vinden.In dit geval wordt kennis van de vorige generatie wel snel overgedragen naar de volgende. Alsof iemand een code schrijft:
“Pappa verbruikt veel energie, kind moet efficiënter zijn”.
Dat zou een goede code zijn als energie inderdaad schaars was. Vanuit overlevingsperspectief, de primaire drijfveer van evolutie, is opslag van energie nog steeds veel belangrijker dan het beperken van overgewicht. Wereldwijd zijn er nog steeds miljoenen mensen ondervoed. Uiterlijk wordt bovendien pas belangrijk wanneer dikke mensen geen partners meer vinden om zich mee voor te planten.
Niet boos worden, dat zegt Darwin.
Dus?
Hoe logisch het dan ook is, het blijft in dit geval wel klote. Je leeft gezond, traint veel en vervolgens moeten je kinderen meer moeite doen om overgewicht te voorkomen. Wat moet je dan? Jezelf volvretend de hele dag op de bank zitten tot je je hebt vermenigvuldigd? “Kijk Darwin, er komt veel meer energie binnen dan er uit gaat. Herschrijf de code voor de volgende generatie”.
Dat werkt helaas ook niet. Uit onderzoek uit 2014 blijkt dat “benchrats” met overgewicht en diabetes voor het verwekken van kinderen, de kans verhogen op overgewicht in hun nageslacht[2].Toch kan ik een schrale troost bieden. In de ratten is niet het effect meegenomen van de positieve invloed die gymrats hadden kunnen hebben op hun nageslacht. Het is niet zo dat hun kids ze iedere dag thuis zien komen om ze vervolgens naar de sportschool te zien vertrekken. Het is ook niet zo dat ze gezondere voeding kunnen verwachten van hun sportievere pappa. Ze zien hun pappa immers niet en krijgen een dieet hoog in vetten voorgeschoteld door de onderzoekers. Dit draait kort gezegd alleen om nature, terwijl het stukje nurture na de geboorte niet wordt meegenomen in het onderzoek.Ik was er ook niet bij in Phoenix. Ik kan alleen maar aannemen dat het om dagelijks (relatief) grote afstanden rennen gaat. Als dit nieuws alleen de mannen treft die je in de sportschool uitsluitend op de loopband ziet, dan vind ik dat eigenlijk niet zo erg.Tot slot moeten we maar afwachten of onderzoek in mensen tot dezelfde resultaten komt.
Gezond gewicht voor je kind? Verwek het in de winter
Heb je een kinderwens? Misschien moet je dan de pogingen nog even uitstellen tot de winter. Of een tripje maken naar koudere oorden. Als je tenminste de kans wilt verlagen dat je toekomstige nageslacht obese wordt.
Uit nieuw Zwitsers onderzoek blijkt de temperatuur ten tijde van het verwekken van invloed te zijn op de kans op overgewicht in het kind [1].
Als je de belangrijke ontdekkingen over bruin vet de afgelopen 10 jaar gevolgd hebt, dan verbaast bovenstaande je misschien niet. Hooguit zie je daarin een zoveelste bewijs van het vermogen van zoogdieren hun nageslacht zo goed mogelijk voor te bereiden op de wereld.
Weer dat bruine vet?
Eerst weer even de verplichte uitleg over bruin vet voor het geval de ontdekkingen hierover volledig aan je voorbij zijn gegaan. Uit een eerder artikel:
Witte vetcellen (White Adipose Tissue, WAT) zijn de vetcellen verantwoordelijk voor vaak onwenselijke hoeveelheden lichaamsvet en een hoog gewicht. Het is hun rol een energie-overschot om te zetten in een reserve brandstof. Bruine vetcellen (Brown Adipose Tissue, BAT) hebben een heel andere rol, gericht op het reguleren van de temperatuur wanneer deze daalt. Om de temperatuur te verhogen, zorgen ze voor een verhoogd verbruik van energie waarbij warmte vrijkomt. Een mechanisme waarvan in mensen vooral baby’s gebruik maken die over meer bruin vet beschikken als bescherming. Naarmate we ouder worden, worden de bruine vetcellen vervangen door witte vetcellen.
Hoewel het grootste deel dus verdwijnt, is in 2009 ontdekt dat een deel resteert rond wervelkolom en in de nek. Slanke mensen blijken vaak over meer bruin vet te beschikken dan mensen met overgewicht. Ook zijn ze vaak beter in staat om witte vetcellen zich te laten gedragen als bruine vetcellen (ook wel ‘browning’ genoemd).
Voor sommigen zijn bruine vetcellen en het vermogen van witte vetcellen om te ‘bruinen’ de heilige graal van het onderzoek naar overgewicht. Dit meest recente onderzoek toont aan dat de invloed van bruin vet nog verder strekt dan eerder bekend was.
Babyvet bij kinderen
Bruin vet beschermt dus baby’s tegen de kou door voor een hogere verbranding te (kunnen) zorgen. Zou het dan niet handig zijn als kinderen in koude landen met meer bruin vet worden geboren dan in warme landen? Onderzoek heeft al aangetoond dat mensen in koude landen over meer bruin vet beschikken. Maar daar moet je natuurlijk als baby meteen over beschikken, wanneer je op je kwetsbaarst bent. Zodra je geboren wordt dus en niet pas wanneer het lichaam merkt dat het erg koud is.
Uit het onderzoek uit Zwitserland blijkt dat de temperatuur tijdens het verwekken van het kind een factor is die dit aanstuurt. Seks in koude maanden zou kinderen verwekken met meer bruin vet en daarmee een lagere kans op overgewicht. Verder onderzoek toonde aan dat dit ook geldt voor muizen die onder lage temperaturen (8 graden) kinderen verwekken.
Epigenetische veranderingen
We hebben wel vaker geschreven over epigenetische veranderingen. Niet permanente wijzigingen van DNA die kunnen worden doorgegeven aan het nageslacht. Zo schreven we eerder over vaders die door veel te sporten (en veel energie te verbruiken) de kans verhogen dat hun nageslacht overgewicht ontwikkelt. Als vaders immers zoveel energie verbruikt, is het misschien handig als diens kinderen standaard wat minder verbruiken door een lager metabolisme. Om de een of andere reden is dit een van de weinige artikelen die ik geschreven heb, waar mijn dochter regelmatig naar verwijst.
Een ander voorbeeld van epigentische veranderingen is de mogelijke invloed van de energiedrankjes die een man drinkt op de geestesgesteldheid van zijn toekomstige nageslacht.
Het is in dit geval echter niet bekend hoe lang de vader in bepaalde omstandigheden moet verkeren voordat dergelijke epigenetische veranderingen optreden en dus doorgegeven kunnen worden. Ik zeg vader omdat de temperatuur van de moeder geen verschil maakte op de hoeveelheid vetweefsel in het nageslacht van de muizen. In praktijk zal dit voor de meesten weinig uitmaken gezien je meestal in hetzelfde bed ligt als je seks hebt. Maar misschien dat het voor donoren in de toekomst een stuk minder prettig wordt. Acht graden lijkt me niet de prettigste temperatuur om er een slinger aan te geven. De mannetjes muizen brachten bovendien enkele dagen door in temperatuur van 8 graden voordat ze zich mochten opwarmen aan een vrouwtje.
Ik zou dan ook niet voorstellen om voor de sex een ijsbad te nemen, of een tijdje in de koelkast te gaan zitten. Ten eerste omdat je het mogelijk dagenlang zou moeten volhouden. Ten tweede omdat je meestal niet meer indruk maakt op je partner na een ijsbad.
Train tijdens je zwangerschap
Ik heb al meerdere artikelen geschreven over trainen tijdens en na de zwangerschap. Uit dit recente onderzoek blijkt dat trainen tijdens de zwangerschap het metabolisme van het kind verbetert en de kansen op bepaalde ziektes verlaagt. In muizen althans.
De onderzoekers van de University of Kentucky presenteerden hun bevindingen tijdens de American Physiological Society’s Integrative Biology of Exercise 7 meeting in Phoenix.
Trainen tijdens de zwangerschap zou zelfs even effectief kunnen zijn in het voorkomen van “aan leeftijd gerelateerde” risico’s voor de gezondheid als pogingen die het kind daar zelf als volwassene toe doet.
Kevin Pearson, associate professor van de University of Kentucky Department legt uit:”
Oxidatieve stress is schade aan het lichaam veroorzaakt door de opeenhoping van vrije radicalen, onstabiele moleculen. De opgebouwde hoeveelheid vrije radicalen verlaagt de weerstand tegen stress en verhoogt de kans op obesitas en aan leeftijd gerelateerde en chronische ziekten. Het verlagen van oxidatieve stress kan de kans op kanker, hartzieken en diabetes type 2 verlagen.”
De onderzoekers bestudeerden indicatoren van oxidatieve stress, ontsteking en de gevoeligheid voor insuline in muizen die geboren werden uit moeders die trainden tijdens de zwangerschap. Het nageslacht van deze muizen had betere weerstand tegen stress en verbeterde gevoeligheid voor insuline. Zelfs als volwassenen was dit beter dan in muizen die geboren waren uit moeders die inactief waren.
Our findings highlight pregnancy as a sensitive period when positive lifestyle interventions could have significant and long-lasting beneficial effects on offspring metabolism and disease risk
Moeder met overgewicht schat het gewicht van kind te laag
Eerst even een disclaimer. Dit stuk zou als seksistisch beschouwd kunnen worden omdat uitsluitend over de rol van de moeder in het bepalen van de voeding voor het kind wordt benoemd. Dit is echter waar de onderzoekers zich op gericht hebben en statistisch gezien is dit niet vreemd. In mijn huishouden is het de man die grotendeels bepaald wat er op tafel komt (en ja, ook degene die het bereidt).
Veel van ons kennen denk ik wel een voorbeeld van overgewicht dat lijkt te worden overgedragen van ouder op kind. Minder gelukkige genen en/of een ongezonde relatie met voeding die wordt doorgegeven aan de volgende generatie.
Soms echter bekruipt je het gevoel dat ouders met overgewicht het overgewicht van hun kind als minder ernstig beschouwen dan buitenstaanders zouden doen. Zo ken ik persoonlijk al jaren een jonge moeder die altijd al kampte met flink overgewicht en wiens dochter al vanaf jonge leeftijd dezelfde kant op dreigde te gaan. Uit niets blijkt dat de moeder zich hier zorgen over maakt.
Ik heb me daarbij wel eens afgevraagd of het gewicht van de dochter door de moeder wordt gebruikt als een rechtvaardiging voor haar eigen gewicht, bewust of onbewust. Om te kunnen redeneren dat het simpelweg de genen zijn en niet het eetpatroon dat het gewicht veroorzaakt; ‘want m’n dochter heeft ook overgewicht’. Of dat het dezelfde vorm van ontkenning is die het eigen overgewicht in stand heeft gehouden. Wat de reden dan ook moge zijn, het overgewicht lijkt niet serieus genoeg genomen te worden. Ik hou er altijd rekening mee dat ik als toeschouwer veel te snel klaar sta met m’n oordeel. Recent onderzoek lijkt echter dit gevoel te rechtvaardigen, deels althans.
Onderschatten van gewicht kind
Onderzoekers van de Washington University in St. Louis concludeerden op basis van hun onderzoek dat moeders met overgewicht het gewicht van hun kinderen vaak onderschatten [1]. In januari publiceerden ze hun bevindingen in het blad Obesity Science & Practice.
Ze volgden voor hun onderzoek 230 moeders met overgewicht in St. Louis met kinderen in de peuter leeftijd. Bijna de helft van de moeders schatte het gewicht van hun kind met overgewicht in als “ongeveer het juiste gewicht”. Van de moeders met kinderen met overgewicht, zag slechts 20% dit ook als overgewicht. Veertig procent schatte het gewicht te laag in.
Voorbeeldfiguur met overgewicht
Omgekeerd is er ook een probleem. Ouders zijn belangrijke voorbeeldfiguren voor hun kinderen. Figuurlijk, maar ook letterlijk. Een eerder onderzoek heeft aangetoond dat kinderen hun eigen overgewicht niet als overgewicht zien als de moeder ook te zwaar is. Hoe vaker overgewicht voorkomt, hoe minder dit als een probleem herkend zou worden.
Voorbeeld in voeding
Dit is niet het eerste onderzoek waaruit blijkt dat moeders het gewicht van hun kinderen vaak verkeerd inschatten. Uit eerdere onderzoeken blijkt bovendien dat de moeder vaak een grote rol speelt in het voorbeeld geven wat betreft een normaal voedingspatroon. Dit meest recente onderzoek wilde testen of moeders verkeerde voeding kunnen voorschotelen omdat ze het gewicht verkeerd inschatten. Onderstaande afbeelding is een visuele weergave van die hypothese:
Ze zagen in hun onderzoek inderdaad dat vrouwen die het gewicht wel goed inschatten, er meer op gericht waren overwicht te voorkomen.
Vrouwen die dit verkeerd inschatten bleken minder rekening te houden met de invloed van de voeding op het gewicht van hun kinderen.
Kinderen gezond leren eten
Ouderschap biedt enkele klassieke uitdagingen zoals: “Hoe leer je te delen?”, “Hoe maak je je kind weerbaar?” en “Hoe overleef je de puberteit?”. Van wat meer dagelijkse aard: “
Hoe leer je je kind groenten te eten?”.
Boerenverstand zegt:
“Laat ze et’n wat de pot scháft en zorg dat er groenten in die pot zit’n’.
Klinkt logisch, maar misschien kan de wetenschap wat meer houvast bieden.
Richard Rosenkranz is een associate professor in voeding, diëtiek en gezondheid aan de Kansas State University. In een publicatie voor de site van de universiteit biedt hij ouders enkele adviezen om hun kinderen te leren groenten te eten [1].
Jong geleerd, oud gedaan
Als embryo en later als foetus krijgt een kind informatie over de omgeving. Moeders kunnen hiervan gebruik maken als het gaat om het ontwikkelen voor de smaak voor groenten.
Rozenkranz stelt op basis van onderzoek met zwangere knaagdieren dat smaak zich reeds in de baarmoeder begint te vormen. Uit onderzoek met zwangere vrouwen blijkt dat vrouwen die voeding met meer bittere chemische verbindingen eten (polyfenolen) kinderen baren die hier ontvankelijker voor zijn. Te denken valt hierbij aan groenten als spruitjes en boerenkool. Getest werd daarbij vooral hoe de kinderen voor het eerst op het eten van die groenten reageerden.
Niet opgeven maar voorbeeld geven
Kinderen zouden vooral kunnen leren door repetitie en variatie. Voor die repetitie is het van belang niet op te geven “zodra een kind fronst” bij het eten van bepaalde gezonde voeding. Belangrijker is of het kind bereid is om het te eten. Uiteindelijk zal die frons steeds kleiner worden.
Daarnaast zouden baby’s al vanaf 6 maanden kunnen vaststellen wat normale en abnormale voeding is. Hierbij letten ze vooral op wat de ouders eten. Als je eigen maaltijd er heel anders uitziet dan die van je baby dan is het misschien niet gek dat het kleine neusje wordt opgehaald. Nu snap ik dat je je 6 maanden oude baby gaan spareribs gaat voorschotelen, maar volgens Rosenkranz kan het wel helpen in ieder geval vergelijkbare groenten te eten als je kind. “Of sneaky je eigen maaltijd in privacy nuttigen en voor de vorm een wortel eten wanneer je baby kijkt”, denk ik dan.
Beginnen met zoetere groenten
Beginnen met zoetere groenten als wortels en mais is de volgende tip gezien over het algemeen iedereen van zoetigheid houdt. En probeer dan pas de broccoli en spruitjes.
Een andere voordeel van maïskorrels is bovendien dat het oppikken van de losse korrels een goede training is voor de fijne motoriek.
Kind niet dwingen groenten te eten
Het heeft geen zin je kind te dwingen zijn of haar groenten op te eten. Drammen om het bord leeg te eten evenmin. Het levert geen gezonder eetpatroon of gewicht op, hooguit een ongezellige maaltijd.
Ik ben nooit een erg grote eter geweest, maar ik kan me niet herinneren dat mijn ouders ooit moesten drammen om me mijn eten op te laten eten. Voor mijn vrouw is dat anders. De gedachten aan het gedwongen eten van groenten door haar vader zijn voor haar redelijk traumatisch. Misschien dat ik daarom regelmatig twee verschillende maaltijden kook; Een voor mijn dochter en mezelf, de ander voor mijn vrouw. Ik heb al vroeg geleerd mijn vrouw vooral niet te vragen iets uit te proberen dat ze zelf niet snel zou eten.
Volgens mij je dus meer kwaad dan goed door te drammen. Julie Lumeng van de University of Michigan komt met haar recente onderzoek tot een vergelijkbare conclusie: Het maakt helemaal geen verschil wat eetgedrag of gewicht betreft. Het zorgt alleen maar voor meer spanning aan tafel en kan de relatie ouder-kind verstoren.
Wil je dat je kind diens bord leeg eet, schep dan minder op.
Dwingen om groenten te eten, werkt niet
In het onderzoek dat in Appetite werd gepubliceerd, probeerden de onderzoekers diverse vragen te beantwoorden:
- Wat zijn de consequenties van het dwingen tot eten voor het gewicht van het kind?
- Wat zijn de consequenties van het dwingen tot eten voor de kieskeurigheid van het kind met betrekking tot voeding?
Leert een kind dat altijd diens bord moet opeten daardoor bijvoorbeeld teveel te eten en leidt dat tot een hogere kans op overgewicht? Of zal het dwingen om groenten te eten leiden tot een gevarieerder eetpatroon? Voor beide scenario’s viel volgens de onderzoekers wel wat te zeggen, maar geen van beide bleek waar.
Gedurende het jaar dat het gewicht gevolgd werd, bleek dat het gewicht van kinderen stabiel bleef, of ze nu kieskeurig waren of niet. Er werd ook geen verband gevonden tussen dwangmatig verschillende voeding eten en kieskeurigheid voor voeding.
Kieskeurig
Engelstalige ‘eetlust-wetenschappers’ hebben volgens Lumeng wat moeite gekregen met het woord ‘picky’. Ze gebruiken tegenwoordig liever termen als ‘choosy’ of ‘selective’.
Volwassenen worden volgens haar ook niet ‘picky’ genoemd, maar kinderen zouden volgens een andere standaard worden behandeld. Dat is onterecht, zo stelt ze, omdat smaak in ieder geval deels in onze broncode zit. Ongeacht leeftijd zou deze grotendeels buiten onze controle liggen en onveranderbaar zijn. Dat is dan ook de belangrijkste boodschap. Ik denk dat de Nederlandse term ‘kieskeurig’ een minder negatieve associatie heeft dan ‘picky’.
Die kieskeurigheid blijkt vooral een irritatie en ongemak voor ouders. Het is zelden zo dat men bang hoeft toe zijn voor ondervoeding in het algemeen of een tekort aan specifieke voedingsstoffen. Het loont daarom ook niet om daar zo’n punt van te maken.
Positieve stimulans in plaats van drammen
Nieuw zijn deze bevindingen niet en Lumeng verwijst dan ook naar 10-15 jaar aan onderzoeken die veelal hetzelfde resultaat tonen.
Als ouders al een bepaald eetgedrag zouden willen stimuleren dan zouden ze dit op een manier moeten doen die juist de band met het kind verbetert. Kleine veranderingen die makkelijker zijn en op een leuke manier worden doorgevoerd.
Hierboven schreef ik ook al een artikel met tips om kinderen te leren groenten te eten naar aanleiding van een Amerikaans onderzoek. Die tips liggen in lijn met dit recente onderzoek. In het eerdere artikel worden echter tips gegeven om al op eerdere leeftijd een kind te leren groenten te eten en hoe je dit op een leuke manier kunt doen.
Spongebob effect
Eind vorig jaar schreef ik nog over een verbod op tekenfilmfiguren op de verpakking op ongezonde voeding. De voedingsindustrie die zo kindertjes hun snoephuisje in probeert te lokken. Ik wees er echter op dat ouders hier een grote rol in spelen omdat ze hun kinderen graag blij willen maken met dit soort producten. Je kunt je kind op deze manier echter ook ‘verleiden’ om gezonde voeding te eten. Win-win.
Rosenkranz stelt dan ook dat kinderen sneller geneigd zullen zijn hun groenten te eten wanneer deze zijn gesneden of gearrangeerd in de vorm van leuke gezichtjes of dieren.
Masterchef junior
Kinderen zouden al vanaf de peutertijd betrokken moeten worden bij de bereiding van voeding. Hun verantwoordelijkheden in de keuken zouden hierbij met ze mee moeten groeien. Hiervoor verwijst Rosenkranz naar onderzoek waaruit een direct verband blijkt tussen de mate waarin iemand zelf voeding bereidt en de mate waarin die persoon groenten eet. Ook meehelpen kiezen van de groenten in de winkel kan hierbij helpen, of liever, nog helpen verbouwen. Niet iedereen heeft echter een groentetuin.
‘Snackgroente’ voor tieners
Het eten van groenten neemt blijkbaar af naarmate kinderen ouder worden met een dieptepunt in de pubertijd. Rosenkranz’ oplossing hiervoor is het snackable maken van groenten.
one way to increase teenagers’ vegetable consumption is to provide fully prepared vegetables in easy-to-access places. For example, parents could make sure a vegetable tray with dip is sitting on the counter when teens come home from school, or they could have a grab-and-go vegetable conspicuously placed in the refrigerator.
‘Minder Hollands’
Nee, de Amerikaanse hoofddocent is niet specifiek op Nederland in gegaan. Die laatste tip is van mij persoonlijk.
Groenten kan je op veel verschillende manieren eten. Ik had vroeger ook zo’n typische hekel aan spruitjes. Nu niet meer. Niet omdat ik ze heb leren eten, maar omdat ik ze heb leren bereiden. En dat geldt ook voor een aantal andere groenten. Vroegâh kreeg ik hele spruiten op m’n bord met een beetje zout en peper, wat aardappels met jus en een gehaktbal. Dat hoef je me nog steeds niet voor te schotelen. In kleinere stukken in een lekkere ovenschotel echter is een ander verhaal. Lust je kind geen spruitjes, of lust je kind jouw spruitjes niet?
Bovendien is er tegenwoordig wel meer variatie aan groenten in de winkels waardoor de enige beperking je eigen creativiteit is. Volgens de reclames is zelfs stamppot niet meer wat het geweest is. Tenminste, als we dat irritante kind dat thuis nooit te eten krijgt, mogen geloven. Neem je kind mee naar de winkel en ga gezellig op groenten-jacht.
Opa’s en oma’s maken kinderen dik
De oude traditie dat grootouders hun kleinkinderen verwennen, blijkt minder onschuldig dan je misschien zou verwachten. Uit een onderzoek van de Universiteit van Glasgow blijkt dat opa’s en oma’s onder andere een slechte invloed hebben op het gewicht van hun kleinkinderen.
Deze bevindingen bereiken mij net op tijd. Het is donderdag 12:00 wanneer ik dit schrijf dus dat betekent dat mijn zoon of schoondochter elk moment met mijn kleindochter voor de deur staat. Iedere donderdag en vrijdag passen mijn vrouw en ik namelijk op onze kleindochter. Vandaag zijn ze wel een beetje laat. Het zou toch niet zo zijn dat haar ouders geschrokken zijn van de uitkomst van het recente Britse onderzoek? Ik mag hopen dat mijn achtergrond in fitness het nodige vertrouwen geeft dat wij die kleine meid niet veranderen in een rokende couch potato met overgewicht.
De onderzoekers van Glasgow deden een systemic review waarbij ze de uitkomsten van eerdere onderzoeken naar de invloed van grootouders vergeleken [1]. Na een eerste selectie van ruim 5600 onderzoeken bleven na filtering op geschiktheid en duplicaten 56 geschikte onderzoeken uit 18 landen over. Het uiteindelijke doel was te achterhalen welke invloed de grootouders hadden op risicofactoren voor kanker. Hiervoor keken de onderzoekers naar de invloed op het dieet, het gewicht, de mate van activiteit en of er gerookt werd in nabijheid van de kleinkinderen.
De opvoeding van opa’s en oma’s
De grootouders kwamen alle onderzoeken bijeen genomen niet al te best uit de vergelijking. Het dieet, de hoeveelheid activiteit en het gewicht van de kleinkinderen bleken in negatieve zin beïnvloed te worden.
Van de 26 onderzoeken naar de invloed op het dieet was er maar één die een positief effect aantoonde. Er waren 11 onderzoeken die een negatief effect lieten zien en vier onderzoeken die geen of een negatief effect toonden. Uit de overige onderzoeken bleek er geen effect te zijn of bleek het effect tussen deelnemers teveel te verschillen.
Het effect op het gewicht was eenduidiger. Hierop hadden de grootouders de grootste invloed, in negatieve zin. Geen enkele studie toonde een positief effect terwijl acht onderzoeken een negatief effect toonden. Uit zeven andere onderzoeken bleek er een negatief effect te zijn, geen effect of grote verschillen in effect.
Wat betreft de invloed op de hoeveelheid lichaamsbeweging waren de onderzoeken minder duidelijk. De meest onderzoeken echter waaruit wel een significant effect bleek, toonden een negatief effect aan. Slechts één onderzoek toonde het positieve effect aan van de grootouders bijvoorbeeld door het brengen naar sportverenigingen en aanmoedigen tijdens het sporten.
Wat roken betreft, bleken 9 van 16 relevante onderzoeken een negatief effect te tonen terwijl drie andere onderzoeken verschillende of negatieve effecten lieten zien. Hierbij moet je denken aan grootouders die roken in bijzijn van het kind, maar ook de voorbeeldfunctie door te roken in het zicht van het kind. In sommige studies bleek vooral de opa de boosdoener te zijn terwijl in een enkele studie de komst van het kind aanleiding bleek om minder te roken (in het algemeen of specifiek in bijzijn van het kind).
“Een pauze in de opvoeding”
Op basis van welk individuele onderzoek je er uit pikt, zou je tot iedere mogelijke conclusie kunnen komen. Door ze allen op één hoop te gooien en te vergelijken, kan je echter trends ontdekken. Zoals de trend dat de traditie van de verwennende grootouder dus niet zo onschuldig is als je mogelijk zou verwachten. Behalve de behoefte om te verwennen, zouden de grootouders (volgens de ouders) ook minder weten over gezonde voeding. In dat opzicht onderschrijf ik natuurlijk de mogelijke uitzonderingen.
Ouders blijken het ook moeilijk te vinden om de grootouders hierop aan te spreken. Onder andere omdat ze van hen afhankelijk kunnen zijn voor de oppas. Dat het lastig te bespreken kan zijn, is dan ook begrijpelijk. Afhankelijk echter van de frequentie van het oppassen, kan dit soms toch noodzakelijk zijn. Je kunt mooie ideeën hebben over een gezonde opvoeding, maar zult deze in sommige gevallen toch moeten delegeren. Als je eens in de zoveel maanden een dag bij opa en oma op bezoek gaat dan zal een kleine “pauze in de opvoeding” niet desastreus zijn. Als opa en oma echter de halve week het diner bepalen of bijvoorbeeld iedere lunch, dan is het wel zo handig af te stemmen hoe het dieet eruit zou moeten zien.
Referenties
- Peter Dolton, Mimi Xiao, The intergenerational transmission of body mass index across countries, Economics & Human Biology, Volume 24, February 2017, Pages 140-152, ISSN 1570-677X, http://dx.doi.org/10.1016/j.ehb.2016.11.005.
- sciencedaily.com/releases/2016/11/161104120456.htm
- S.-F. Ng, R. C. Y. Lin, C. A. Maloney, N. A. Youngson, J. A. Owens, M. J. Morris. Paternal high-fat diet consumption induces common changes in the transcriptomes of retroperitoneal adipose and pancreatic islet tissues in female rat offspring. The FASEB Journal, 2014; DOI: 10.1096/fj.13-244046
- R. G. Tabak, C. D. Schwarz, D. L. Haire-Joshu. Associations between feeding practices and maternal and child weight among mothers who do and do not correctly identify their child’s weight status. Obesity Science & Practice, 2016; DOI: 10.1002/osp4.88
- k-state.edu/media/newsreleases/2017-02/kidsandveggies2617.html
- A systematic review of grandparents’ influence on grandchildren’s cancer risk factors Chambers SA, Rowa-Dewar N, Radley A, Dobbie F (2017) A systematic review of grandparents’ influence on grandchildren’s cancer risk factors. PLOS ONE 12(11): e0185420.
- news.umich.edu/parents-think-twice-before-you-pressure-your-picky-eater/